Maeve (1) overleed na verkeerde diagnose via videoconsult, toch komt beeldbellen terug

De directie van de RHOGO overweegt om beeldbellen opnieuw beschikbaar te maken voor triagisten en huisartsen op de Huisartsen Spoedpost. Deze herintroductie gebeurt zorgvuldig en is gebaseerd op een grondige risicoanalyse, de recente KNMG-handreiking ‘Videoconsulten’ en in afstemming met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).

Beeldbellen wordt gezien als waardevolle aanvulling in de triage: het helpt triagisten en huisartsen beter inzicht te krijgen op de toestand van de hulpvrager. Dit draagt bij aan het geven van passend advies en aan goede zorg, ook op afstand.

Het aangepaste protocol rondom beeldbellen is volledig afgestemd op de geldende richtlijnen en bevat duidelijke kaders.

Met als belangrijkste uitgangspunten:

• Beeldbellen mag nooit leiden tot het afschalen van de urgentie.

• Beeldbellen vindt nooit plaats om te beoordelen of er sprake is van petechiën (niet wegdrukbare rode vlekjes)

• Er wordt nooit een diagnose gesteld op basis van beeldbellen

• Beeldbellen vindt altijd plaats in samenspraak met de huisarts op de Spoedpost.

• De inzet van beeldbellen is bedoeld als ondersteuning in de triage, niet als vervanging van fysiek contact waar nodig.

De toepassing van beeldbellen is breed inzetbaar, bijvoorbeeld bij het beoordelen van een wond, om te bekijken of hechten nodig is, of bij een mogelijke breuk om te zien of er sprake is van scheefstand. Beeldbellen wordt nadrukkelijk niet alleen ingezet bij kinderen, maar in algemene zin waar het de triage kan ondersteunen.

Het gebruik van beeldbellen wordt structureel gemonitord en geëvalueerd. Op basis van praktijkervaringen wordt het protocol waar nodig bijgesteld. Kwaliteit en veiligheid van zorg blijven daarbij voorop staan. In het geval van Maeve hadden we – met de richtlijnen van dit vernieuwde protocol – beeldbellen nooit ingezet.