Opmars mazelen baart zorgen, massale steun voor OMT-maatregelen

Veel mensen maken zich zorgen om de opmars van de mazelen, blijkt uit representatief onderzoek onder het Hart van Nederland-panel. Maatregelen voorgesteld door het OMT moeten worden doorgevoerd, zo vindt een massale meerderheid.

Nu het aantal besmettingen met mazelen toeneemtm adviseert het Outbreak Management Team (OMT) van het RIVM de overheid om extra maatregelen te nemen. Het gaat volgens het OMT niet om een landelijke uitbraak, maar zijn er enkele tientallen gevallen in de omgeving Eindhoven en ook reizigers hebben de ziekte meegenomen naar Nederland.

De ziekte kan gevaarlijk zijn voor jonge kinderen en voor volwassenen. Hou ouder iemand is, hoe groter de kans op ziekenhuisopname. Mazelen zijn zeer besmettelijk en je krijgt er flinke koorts van. In zeldzame gevallen kan je er zelfs aan sterven.

Vanwege een hoge vaccinatiegraad is het aantal uitbraken in Nederland de afgelopen decennia beperkt gebleven, maar door de dalende vaccinatiegraad kan mazelen zich inmiddels gemakkelijker verspreiden, waarschuwt het RIVM.

Zorgen over verspreiding mazelen

En daar maken veel Nederlanders zich zorgen om, blijkt uit het onderzoek onder 2.197 deelnemers van het Hart van Nederland-panel. 61 procent geeft aan zich in zijn algemeenheid zorgen te maken om de opmars van de ziekte, waarvan 21 procent zelfs 'zeer' bezorgd is. Mensen die zich het meest zorgen maken zijn jongeren onder de 25 (71 procent) en ouderen van 65 jaar en ouder (77 procent).

Een minderheid van 38 procent maakt zich niet echt druk om de de verspreiding van de ziekte, waarvan 15 procent zich helemaal geen zorgen maakt. Dit zijn vooral mensen tussen de 25 en 64 jaar.

Kinderen thuishouden

Er zijn verschillende maatregelen die het OMT opvoert om de verdere verspreiding tegen de ziekte tegen te gaan, en de overgrote meerderheid van deelnemers steunen de maatregelen, al zijn er wel verschillen meetbaar.

De meeste steun (87 procent) is er voor het advies om vaccinatie tegen mazelen voor ongevaccineerde kinderen meer onder de aandacht te brengen. Dat kan bijvoorbeeld gedaan worden in persoonlijke gesprekken door zorgverleners en door middel van een wijk- of doelgroepgerichte benadering, zo schrijft minister Pia Dijkstra voor Medische Zorg.

Ook de maatregel die op grote steun (83 procent) kan rekenen is dat broertjes en zusjes van kinderen met mazelen niet naar het kinderdagverblijf mogen gaan tot het einde van de incubatietijd. De incubatietijd is de periode waarin ze besmet zouden kunnen zijn maar nog niet ziek zijn geworden. Bij mazelen duurt dat ongeveer twee weken.

Minder populaire maatregelen

Een minder populaire, maar alsnog volop gesteunde maatregel is het vervroegen van de BMR-prik (tegen Bof, Mazelen en Rodehond) van negen jaar naar drie jaar. Dat is een maatregel die eerder al is doorgevoerd, en vanaf volgend jaar in zal gaan. Een meerderheid van 59 procent vindt dat een goede verandering. 15 procent ziet echter niets in het vervroegen van de BPR-prik, en ruim een kwart weet het niet.

Wil je weten wanneer jouw kind dat nu tussen de 2 en 8 jaar is in aanmerking komt voor deze BMR-prik? Kijk daarvoor op deze website.