Utrechtse gemeenten lopen achter met huisvesten statushouders en dit wordt lastig in te halen

Nog maar drie van de 26 Utrechtse gemeenten hebben in de eerste helft van dit jaar voldoende woningen gevonden voor statushouders. Deze achterstand valt moeilijk in te halen, omdat er in de tweede helft van dit jaar nog meer mensen moeten worden opgevangen dan in de eerste helft van het jaar. In totaal moet de provincie dit jaar nog 2530 statushouders huisvesten.

De gemeente Utrecht is niet van plan om voor een korte periode alle beschikbare sociale huurwoningen toe te wijzen aan statushouders, laat RTV Utrecht weten. Dit gebeurde vorig jaar augustus, toen werden alle beschikbare huizen aan 490 statushouders gegeven om de achterstand weg te werken. Hierdoor ontstonden enkele knelpunten, bleek uit een evaluatie. De maatregelen hadden een grote impact op andere woningzoekenden die een tijd niet konden reageren op Woningnet. Er ontstond een mismatch tussen vraag en aanbod en er kwam grote druk op de uitvoering van Team Inburgering en Vluchtelingenwerk.

Een woordvoerder van de gemeente zegt dat het nog een uitdaging wordt om de taakstelling te halen, meldt de regionale omroep verder. Door een tekort aan sociale huurwoningen en een grotere vraag naar zelfstandige huisvesting voor kwetsbare en bijzondere doelgroepen neemt de schaarste en concurrentie op de woningmarkt toe.

De gemeenten De Ronde Venen, Houten en Woudenberg hebben in de eerste helft van het jaar voldoende statushouders opgevangen. Deze laatste gemeente heeft onder meer een aantal alleenstaande minderjarige vluchtelingen gezamenlijk in één huis gehuisvest.

De regionale omroep meldt dat vanwege de opgelopen achterstand gedurende de eerste helft van dit jaar, Nederlandse gemeenten tegen 1 januari 2024 in totaal meer dan 32.000 mensen onderdak dienen te bieden. Door deze achterstand zijn azc's overvol. Volgens het COA verbleven op 1 januari van dit jaar 16.200 personen met een verblijfsvergunning in een opvanglocatie. Van hen verbleven ongeveer 11.300 personen al langer dan 14 weken daar. Dit vertraagt hun inburgerings- en integratieproces en bovendien houden de statushouders opvangplekken bezet die anders beschikbaar zouden zijn voor asielzoekers, zo verklaart het COA.