Wat te doen als je oog in oog staat met een wild dier in het bos?

Stel: je loopt nietsvermoedend door een bos en je staat ineens oog in oog met een wild zwijn, dat duidelijk niet is gekomen om met je te knuffelen. Wat doe je dan? Het overkwam Remko, die aangevallen werd door het zwijn en er 17 hechtingen aan overhield. Boswachter Bart Smit deelt in gesprek met Hart van Nederland de do’s en don’ts tijdens een onverwachte ontmoeting met een wild dier in de natuur.

Smit stelt dat mensen in principe te gast zijn in een bos en adviseert om niet te dichtbij te komen. “Respecteer de natuurlijke afstand van wilde dieren. Kom niet dichterbij dan noodzakelijk is. Geniet, maar altijd op gepaste afstand. Het blijven dieren”, zo steekt de boswachter van wal.

Hazenpad

Ontmoetingen zoals die van Remko en het zwijn, waarbij het dier probeerde de biggen te beschermen en de man in zijn arm greep, zijn volgens Smit zeldzaam. “Negen van de tien keer vluchten dieren voor je. Ze kiezen bijna altijd het hazenpad en gaan nooit de confrontatie aan met een mens, tenzij ze in het nauw gedreven zijn of gewond zijn. Dan kunnen ze wél aanvallen.”

Soms voelen dieren zich bedreigd, bijvoorbeeld als ze gewond zijn of zich in het nauw  gedreven voelen en niet weg kunnen. “Zorg dat je altijd een uitgang vrij laat”, zegt Smit daarover. Ook kan het dus zijn, zoals bij Remko, dat een dier haar jongen beschermt. “Zo’n zeug heeft een ketel (een soort nest, red.), daar legt ze biggen in af. Die beschermt ze. Dan zorgt ze dat er in een straal rondom die ketel geen mensen of dieren komen die mogelijk kwaad zouden kunnen doen.”

Die ketels of andere nesten van wilde dieren liggen over het algemeen op een afgelegen plek, zo weet Smit. “Die bouwen ze niet langs een pad. Ze weten feilloos dat mensen daar wandelen. Blijf daarom op de wegen en paden.”

Naast op het pad blijven, deelt Smit nog twee andere tips om confrontaties met wilde dieren te mijden. “Houd de honden aan de lijn, want die zeugen associëren een hond met een roofdier. Die willen dan hun biggen verdedigen.”

Zonsondergang

Tot slot raadt de boswachter aan om vooral vóór zonsondergang het bos uit te zijn. “Dat zijn de regels. Dat staat ook op de borden. Na zonsondergang is het bos voor de dieren, dan hebben wij er als mensen niets meer te zoeken. Ze zijn dan actiever, dan is de kans op een ontmoeting met wild groter.

En mocht zo’n ontmoeting er tóch van komen, probeer dan het dier te ontwijken. “Als dat niet gaat, maak dan lawaai en maak je breed. Zorg dat het dier van je schrikt en probeer weg te komen.”