Geen WK voor Nederland na kleine zege op Zweden

Te weinig topspelers en steeds weer een andere ploeg. Een hopeloos falende bondscoach en een opvolger die de opgelopen schade niet meer kon repareren. En dan zat het ook nog eens niet mee in de WK-kwalificatie. Daarom moet Oranje na het EK van 2016 in Frankrijk komende zomer ook de wereldtitelstrijd in Rusland missen. Wat hadden ze er vorig jaar september zin in, bondscoach Danny Blind en zijn internationals. De eerste oefeninterland na het gemiste EK tegen Griekenland was helaas verloren gegaan (1-2), maar op bezoek bij Zweden wilden ze een bliksemstart richting het WK in Rusland maken. In Solna speelde Oranje ook misschien wel de beste interland van het hele kwalificatietoernooi, maar toch bleef de ploeg steken op 1-1. Kevin Strootman, een speler die Oranje maar niet bij de hand weet te nemen, ging gruwelijk in de fout bij de openingstreffer van Marcus Berg. Vooral Davy Klaassen miste kans op kans en na de gelijkmaker van Wesley Sneijder werd er nog een treffer van Bas Dost afgekeurd, na een piepklein duwtje. Oranje wist toen nog niet dat een gebrek aan kwaliteit en geluk de ploeg ook in de rest van de kwalificatie zouden opbreken. Doelman Maarten Stekelenburg blunderde thuis tegen Frankrijk (0-1) en Memphis Depay miste in dat duel een levensgrote kans op de gelijkmaker. Matthijs de Ligt debuteerde met een kapitale fout in de uitwedstrijd tegen Bulgarije (2-0). Na die nederlaag in Sofia moest Blind het veld ruimen. Hij had niet alleen de pas zeventienjarige De Ligt voor de leeuwen gegooid. Met Blind als eindverantwoordelijke op de bank verloor Oranje drie van de vier kwalificatieduels voor het EK in Frankrijk en haalde het in de eerste vijf kwalificatieduels voor het WK slechts zeven punten. Met Advocaat als bondscoach vond Oranje voorzichtig de weg naar boven. Net als zijn voorganger, die drie doelmannen gebruikte, wisselde ook de gelouterde Hagenaar er lustig op los. Zo debuteerde Timothy Fosu-Mensah als basisspeler tegen Frankrijk, maar voetbalde hij de volgende interland weer voor Jong Oranje. Goed liet Advocaat het Nederlands elftal niet voetballen en hij dacht ook niet aan het doelsaldo. Maar er werd wel gewonnen van Luxemburg (5-0), Bulgarije (3-1) en Wit-Rusland (3-1). Alleen tegen Frankrijk ging het fout (4-0). Vanaf dat moment zat Zweden op rozen, omdat zij tegen de Fransen de winst cadeau kregen door een kapitale blunder van doelman Hugo Lloris (2-1). Toen de Scandinavische ploeg daarna Luxemburg met 8-0 verpulverde, deed de laatste kwalificatiewedstrijd er eigenlijk niet meer toe. Het Nederlands elftal won aan de hand van Arjen Robben wel met 2-0 van Zweden, maar dat was veel te weinig om het grote verschil in doelsaldo weg te werken.