Gemeenten maken zich zorgen: waar moeten alle statushouders wonen?

Gemeenten staat het water aan de lippen nu steeds meer asielzoekers met een verblijfsvergunning ergens moeten worden wonen. En met de komst van een grote groep Afghaanse vluchtelingen wordt het aantal vreemdelingen dat wacht op een sociale huurwoning alleen maar groter.

Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken luidt maandag in De Telegraaf de noodklok over het tekort aan huizen voor statushouders. Vorig jaar moesten er 11.000 mensen worden gehuisvest, dit jaar is dat aantal al opgelopen naar 27.000. Gemeenten moeten in een jaar dus bijna 2,5 keer zoveel mensen plaatsen.

Daar komt nu een nog onbekend aantal Afghanen bij, ziet ook de bewindsvrouw. "De azc’s zitten al behoorlijk vol. Het was al knellend. Maar de nieuwe toestroom uit Afghanistan is de druppel die de emmer doet overlopen." Volgens Ollogren zijn er mogelijk "onorthodoxe maatregelen" nodig.

Van woonark tot flexwoning

De minister vraagt lokale overheden daarom te kijken "wat ze kunnen verzinnen". Als voorbeeld noemt ze in de krant de gemeente Haarlem, waar een schip beschikbaar is gesteld waarin statushouders tijdelijk hun intrek kunnen nemen totdat ze een vast huis hebben gekregen.

Ook Ollongren zelf gaat te rade. "Wij gaan kijken naar grond van het Rijksvastgoedbedrijf waar tijdelijke woningen kunnen worden gerealiseerd." Dat soort "fabrieksgebouwde" woningen zijn volgens de minister sneller te bouwen dan nieuwbouw en kunnen later ook voor bijvoorbeeld studenten worden ingezet.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) herkent de geschetste problemen. Door het huizentekort moeten gemeenten kiezen wie - bijvoorbeeld jongeren, statushouders of spoedzoekers - wanneer in aanmerking komt voor beschikbare woonruimte. "Het zou onwenselijk zijn wanneer de ene groep de andere verdringt", aldus een woordvoerder.

Hart van Nederland/ANP