Politiek
20 mrt 2019, 19:56
De opkomst bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten lijkt hoger te gaan worden dan vier jaar geleden. Van de tot nu toe bekende cijfers van deze verkiezingen en de vorige Statenverkiezingen van 2015 blijkt dat bijna overal meer mensen de stembureaus weten te vinden. Van de vijf grootste gemeenten in Nederland is de opkomst bij de Provinciale Statenverkiezingen het hoogst in Utrecht. 39 procent van de kiesgerechtigden wist het stemlokaal te vinden. In de andere grote steden lijkt het aantal stemmen ook hoger te liggen dan in 2015. Den Haag ligt op de tweede plaats met 34,5 procent, gevolgd door Eindhoven (33,6 procent). In Rotterdam en Amsterdam ligt het opkomstpercentage tot nu toe op respectievelijk 30,7 en 24,5.
Vier jaar geleden was de landelijke opkomst voor de Statenverkiezingen 47,5 procent en voor de waterschapsverkiezingen 44 procent. Utrecht had van de vijf grootste gemeenten het hoogste opkomstpercentage: 48,8. Gevolgd door Amsterdam met 43,6 procent. Eindhoven (40,9) en Den Haag (40,7) lagen dicht bij elkaar. Rotterdam was met een opkomst van 35,1 procent een stuk minder bereid om naar de stembussen te gaan. De stemlokalen gaan om 21.00 uur dicht. De opkomstcijfers van Tilburg vielen tot nu toe ook hoger uit dan vier jaar geleden. Om 16.00 uur had 24,7 procent gestemd tegenover 20,4 in 2015. Ook in andere Brabantse steden gingen meer mensen naar de stembussen. In Breda was de opkomst rond 17.30 uur 31,9 procent, veel meer dan de 22,7 procent van 2015. In Den Bosch hadden tot 17.00 uur 1,8 procent meer mensen gestemd, 30,8 procent van de kiesgerechtigden. Het Overijsselse Hengelo meldde om 16.00 uur een opkomst van 28,7 procent (24,8 in 2015). De gemeente Hulst in Zeeland liet om 16.30 uur weten dat 31,6 procent had gestemd, vier jaar terug was dit 29,5. Op Urk gingen tot 16.00 uur een stuk meer mensen naar de stembussen dan vier jaar geleden: 27,4 procent om 21,8.
De gemeente Den Haag heeft enkele bijzondere locaties uitgekozen waar kiezers hun stem kunnen uitbrengen. Ze hoopt zo de opkomst te verhogen. Zo kan er onder andere gestemd worden in de Eerste Kamer. Sinds de vorige Statenverkiezingen van 2015 wordt tegelijkertijd ook gekozen voor de waterschappen in Nederland. De opkomst voor die verkiezingen is iets lager dan die voor de provinciale staten.
Zodra de stembureaus dicht zijn, begint het tellen van de stemmen. In 279 gemeenten gaat dat op de ouderwetse manier: de tellers kijken woensdagavond hoeveel stemmen de partijen hebben gekregen en hoeveel stemmen elke kandidaat heeft gekregen. Er zijn 76 gemeenten die het anders aanpakken, met een experiment dat centraal tellen wordt genoemd. Bij centraal tellen wordt op de verkiezingsavond alleen geteld hoeveel stemmen elke partij heeft gekregen. Dan ligt er een voorlopige uitslag. Op donderdag telt een nieuwe, frisse ploeg in alle rust hoeveel voorkeursstemmen er zijn uitgebracht. Dat moet fouten helpen voorkomen. Onder de 76 deelnemende gemeenten zijn Rotterdam, Den Haag, Zwolle, Groningen, Enschede, Maastricht, Zoetermeer, Leeuwarden, Zaanstad, Heerlen, Deventer, Breda en Assen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen vorig jaar deden 22 gemeenten mee aan het experiment. Vier jaar eerder telden vijf gemeenten centraal bij de lokale verkiezingen. ANP/Redactie
Deel dit artikel
Ja, ik wil graag wekelijks de nieuwsbrief van Hart van Nederland ontvangen met daarin het laatste nieuws en aanbiedingen die wijzelf of in samenwerking met onze partners organiseren.
Meld je aan om wekelijks onze nieuwsbrief te ontvangen. Je kan je altijd uitschrijven. Persoonsgegevens worden verwerkt in overeenstemming met de Privacyverklaring van Talpa Network.