Razendsnel opgestapte wethouder kost de belastingbetaler in Epe 1,5 ton wachtgeld

Het opstappen van wethouder Michiel Wiersinga is een dure grap voor de inwoners van Epe. Omdat hij net iets langer dan drie maanden actief was, heeft hij de komende twee jaar recht op een kleine 150.000 euro aan wachtgeld.

Wethouders hebben geen recht op een WW-uitkering, maar kunnen na hun vertrek wel aanspraak maken op wachtgeld. Wie al binnen drie maanden weg is, kan daar maximaal zes maanden gebruik van maken. Omdat Wiersinga nét over die grens heen is, heeft hij twee jaar lang recht op de uitkering.

Als Wiersinga tien dagen eerder was vertrokken, dan had dat de gemeente - en daarmee de belastingbetaler - meer dan een ton gescheeld, becijferde De Stentor. Als lid van het lokale Nieuwe Lijn werd hij op 8 april aangesteld als opvolger van partijgenoot Robert Scholten, die zelf al moest vertrekken na een rel. Precies honderd dagen hield de Vaassenaar het vol. In zijn ontslagbrief noemt hij niet nader gespecificeerde gezondheidsproblemen en de kritische benadering van de lokale pers als redenen voor zijn afscheid.

Moreel kompas

Fractievoorzitter Ellis de Vries van de lokale VVD heeft geen goed woord over voor de vertrokken wethouder. "Hij heeft voor zijn ziekte 2,5 maand gewerkt. Dan weet je nét het lichtknopje in het gemeentehuis te vinden. Juridisch staat hij volkomen in het gelijk, maar zijn morele kompas heeft hij in de heg geflikkerd. Hij zou afstand moeten doen van het wachtgeld, hij heeft nog niks voor de gemeenschap betekend."

De gemeente Epe laat weten dat de wethouder zelf niet reageert op de kwestie. In een schriftelijke reactie voegt de woordvoerder toe: "Het is gegaan zoals het is gegaan. Michiel hoopte dat zijn gezondheidsklachten van tijdelijke aard zouden zijn. Dat is in de eerste plaats lastig voor hemzelf, je gezondheid is onbetaalbaar. We hopen dat hij snel een nieuwe baan vindt en, belangrijker nog, weer gezond wordt."

Foto: Gemeente Epe