Nauwelijks mbo'ers in Tweede Kamer: 'Lageropgeleiden minder goed vertegenwoordigd'

In de Tweede Kamer zitten nauwelijks politici met een mbo-diploma. Slechts tien van de 150 Kamerleden hebben alleen een mbo-opleiding of de middelbare school afgerond. Door deze scheve verhouding worden de belangen van laagopgeleiden niet goed vertegenwoordigd, zeggen onderzoekers.

De nieuwe Kamerleden gaan woensdag officieel van start. Hoewel er meer vrouwelijke politici zijn verkozen dan bij de vorige verkiezingen in 2017, laat de diversiteit op andere vlakken te wensen over. De overgrote meerderheid van de Tweede Kamer is blank, hoogopgeleid en komt voornamelijk uit de Randstad.

7 procent

Naar politici met een mbo-opleiding is het helemaal zoeken. Slechts 7 procent van de Kamerleden is praktisch geschoold, tegenover 66 procent op de totale Nederlandse bevolking.

"De Tweede Kamer hoeft geen perfecte afspiegeling te zijn van Nederland, maar dit verschil is wel heel groot", vindt Bram Eidhof, onderzoeker en directeur van Bureau Common Ground. "We weten uit onderzoek dat de belangen van mensen met een mbo-opleiding hierdoor minder worden vertegenwoordigd."

'Meer mbo'ers werven'

Eidhof noemt als voorbeeld de toeslagenaffaire. Die zou minder lang zijn onderschat als er meer praktisch geschoolden in de politiek actief waren geweest. "Uiteindelijk gaat politiek over het behartigen van belangen. Partijen zouden veel meer werk moeten maken van het werven van mbo'ers."

Ook het nieuwe CDA-Kamerlid Derk Boswijk vindt dat er meer aandacht moet komen voor dit probleem. Hij volgde zelf een mbo-opleiding en richtte daarna een eigen bouwbedrijf op. De blik op diversiteit is nu veel te beperkt, vindt hij.

Boswijk wordt woensdag beëdigd als Kamerlid en wil zich dan gaan inzetten voor de belangen van laagopgeleiden. Juist die mensen zijn vaak de dupe van kabinetsbeleid en daarom moet hun stem ook gehoord worden, zegt hij.