NAM vergoedt nog eens 14 gedupeerden voor aardbevingsschade

De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) moet nog eens veertien gedupeerden een vergoeding betalen voor de immateriële schade die ze hebben opgelopen door de aardbevingen in Groningen. Dat heeft het gerechtshof in Leeuwarden donderdagmiddag bepaald.

De eisers wilden naast een vergoeding voor fysieke schade aan hun woning, zoals scheuren in de muur, ook geld voor immateriële schade en een vergoeding voor gemist woongenot. Inwoners van het bevingsgebied zeggen namelijk dat ze ook lichamelijke en psychische klachten te hebben.

Woongenot berekenen

Het hof bepaalde dat de vergoedingen voor immateriële schade, die uiteenlopen van 2.500 tot 6.250 euro per persoon. Het bedrag dat mensen krijgen voor gemist woongenot, moet nog worden vastgesteld. Piet Huitema, de advocaat die de ruim 5.300 gedupeerden bijstaat, zegt dat een onafhankelijk bureau een model maakt om woongenot te kunnen berekenen.

De rechtbank bepaalde in 2017 dat de NAM de immateriële schade en gederfd woongenot moet vergoeden. Vervolgens spanden 127 eisers een zaak aan tegen het bedrijf. Het gerechtshof stelde in 2019 65 van hen in het gelijk. De NAM spande een cassatieprocedure aan bij de Hoge Raad, maar die oordeelde in 2021 dat de uitspraak van het hof in stand blijft.

Volgens de Hoge Raad hebben eigenaren of huurders van een woning waaraan zeker één keer schade is vastgesteld, recht op een schadevergoeding wegens gemist woongenot. Als twee keer schade is geconstateerd, is er recht op smartengeld van ten minste 2500 euro per persoon.

Bovenstaande reportage is eerder uitgezonden door Hart van Nederland.

ANP