Minister De Jonge wil minimaal aantal sociale huurwoningen niet wettelijk vastleggen

PvdA, GroenLinks en SP hebben een initatiefwet ingediend om een minimaal aantal sociale huurwoningen per gemeente wettelijk vast te leggen. Maar dit helpt niet om meer sociale woningen en een betere spreiding ervan over gemeenten te realiseren. Dat stelt woonminister Hugo de Jonge. Onlangs presenteerde hij zijn eigen plannen, waar hij meer vertrouwen in heeft.

Oppoitiepartijen PvdA, SP en DENK vinden dat de minister de initiatiefwet juist zou moeten omarmen, omdat het in lijn ligt met het kabinetsbeleid. De wet zal gemeenten dwingen niet te snijden in het aantal sociale huurwoningen. "Maar in plaats van de wet ontarmen staat deze minister het wetsvoorstel weg te sneren", zei SP-Kamerlid Renske Leijten.

Afname aantal sociale huurwoningen

De initiatiefwet is in 2018 al ingediend. Toen nam het aantal sociale huurwoningen af. Dit kwam met name omdat veel sociale huurwoningen door woningbouwcorporaties werden verkocht. De wachtlijsten van mensen die een betaalbare woning zoeken, werd daarentegen alleen maar langer.

Dat bracht Henk Nijboer, kamerlid van de PVDA in herinnering. Inmiddels neemt het aantal huurwoningen weer toe. Maar de problemen zijn nog lang niet voorbij. "Deze wet, om een minimum aantal sociale huurwoningen te garanderen, is nog steeds nodig", betoogde Nijboer.

Kwart miljoen woningen

De Jonge wil dat er de komende jaren 250.000 nieuwe sociale huurwoningen worden gebouwd. Daarover moeten nog afspraken gemaakt worden met provincies, gemeenten en woningcorporaties.

Daarnaast wil de minister dat iedere gemeente minimaal 30 procent sociale huurwoningen binnen haar gemeentegrenzen realiseert. De ingediende initiatiefwet zit hem niet in de weg, betoogde De Jonge, maar "is niet de beste aanpak om te bereiken wat we willen".

Of het initiatiefwetsvoorstel er komt, zal volgende week blijven. Dan stemt de Kamer erover.

Hart van Nederland/ANP