Minister De Jonge na veelbewogen coronajaar: 'Ik heb nooit overwogen om te stoppen'

Vice-premier en demissionair minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge blikt vlak voor het zomerreces terug op een bewogen coronajaar. Hij heeft nooit overwogen om de handdoek in de ring te gooien, ook niet ondanks de vele kritische geluiden vanuit de politiek en de maatschappij. “Ik ben een Zeeuw van huis uit, dus: luctor et emergo, ik worstel en kom boven.”

Op een statement dat hij op sociale media een stuk populairder is dan een paar maanden geleden, reageert de minister bescheiden. “Dat is leuk natuurlijk, maar als je vol in de wind staat, krijg je ook kritiek.” Volgens De Jonge kreeg hij ook ontzettend veel steunbetuigingen in de vorm van kaartjes en mailtjes.

Er is ook begrip voor de boosheid die op hem was gericht. “Ik denk dat de mensen hun zorgen, hun eigen ongeduld en coronamoeheid op degene die ze verantwoordelijk achtten projecteerden. Nu is het andersom, we kunnen weer meer en hebben veel om dankbaar voor te zijn. Dan hoor je weer de andere kant van het verhaal.”

Mensen in de frontlinie

Dat het nu zo goed gaat vergeleken met de donkere wintermaanden daar is de minister natuurlijk blij mee. Maar hij benadrukt dat hij net niet alleen heeft gedaan. "Dat hebben we met heel veel mensen gedaan. Er is heel veel om dankbaar voor te zijn. Als je kijkt waar we nu staan ten opzicht van een paar maanden geleden. Als je kijkt waar Nederland staat ten opzicht van de rest van de wereld. Dat hebben we te danken aan alle mensen in de frontlinie.”

Hugo de Jonge wijst met name op alle GGD-medewerkers, de mensen in de zieken- en verpleeghuizen, de mensen van de handhaving. “Al die mensen hebben het mooiste in zichzelf naar boven gehaald. En we zijn hen ongelooflijk veel dankbaarheid verschuldigd.”

Of de minister ooit heeft overwogen om te stoppen? “Never. Ik ben een Zeeuw van huis uit, dus ‘luctor et emergo’. En ik ben natuurlijk ook Rotterdammer en dat is: ‘sterker door strijd’”.