Kabinet komt met steunprogramma voor kinderen toeslagenouders

Het kabinet heeft een nieuw programma opgezet dat gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire en hun kinderen moet helpen om hun leven weer op de rit gekregen. Dat schrijft minister Sander Dekker van Rechtsbescherming donderdag in een brief aan de Tweede Kamer.

Uit onderzoek van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) dat maandag werd gepubliceerd bleek dat in de periode tussen 2015 en 2020 ruim 1100 kinderen van toeslagenouders gedwongen uit huis zijn geplaatst. De uithuisplaatsingen kunnen niet direct worden gelinkt aan de toeslagenaffaire, zo benadrukte het CBS later in een duiding van de cijfers.

"Wij vinden het verschrikkelijk als problemen met de kinderopvangtoeslag op welke manier dan ook een rol hebben gespeeld bij een uithuisplaatsing", schrijft minister Dekker in zijn brief aan de Kamer. "Wij onderkennen dat financiële problemen een stapeling van andere problemen voor het gezin kunnen hebben veroorzaakt waardoor instanties uiteindelijk genoodzaakt waren over te gaan tot uithuisplaatsing van kinderen."

Financiële vergoeding

Gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire komen nu al in aanmerking voor 30.000 euro compensatie vanuit het Rijk. Sommige gedupeerden, waaronder ouders van wie de kinderen gedwongen uit huis zijn geplaatst, komen in aanmerking voor een aanvullende vergoeding.

Daarnaast heeft het kabinet een programma opgezet om toeslagenouders en hun kinderen te helpen hun leven weer op het rit te krijgen. In het programma is onder meer opgenomen dat kinderen van toeslagenouders een financiële tegemoetkoming zullen ontvangen. De hoogte van dat bedrag hangt af van hun leeftijd. Daarnaast wil het kabinet ook "immateriële steun" gaan verlenen. De verdere uitwerking daarvan zal op een later moment worden gedeeld met de Kamer, schrijft Dekker.

Heroverweging uithuisplaatsing

Voor ouders die momenteel in een procedure voor uithuisplaatsing zitten, komt een plek waar ze terecht kunnen met vragen. Ook wil het kabinet in samenspraak met gemeenten en jeugdzorginstellingen kijken of de gezinssituatie worden hersteld zodat uithuisplaatsing kan worden voorkomen. "Dit vereist per geval een individuele afweging waarbij het belang van het kind voorop dient te staan", aldus Dekker.