Politiek
19 dec 2018, 18:43
De wijkagent moet terug in de Nederlandse buurten en niet langer ingezet worden als de stopverf van de organisatie. Dat plan heeft het CDA in de Tweede Kamer gelanceerd en er lijkt voldoende steun te zijn om het tot beleid te gaan maken. De Nederlandse Politiebond omarmt het plan, maar is ook sceptisch over de haalbaarheid. "Voordat we aan deze eis kunnen voldoen zijn we vier a zes maanden verder." Door onder meer bezuinigingen op het politieapparaat worden wijkagenten steeds vaker ingezet om bijvoorbeeld een politiebureau open te houden. Tijd die ze, wat de dienders betreft, beter op straat kunnen besteden. CDA-kamerlid Chris van Dam is dat met ze eens en wil dat dat mogelijk gemaakt gaat worden. "De wijkagent vormt de oren en ogen in de wijk en is cruciaal in het garanderen van de veiligheid in de buurt. Ze hebben alleen nu de tijd niet om die ogen en oren te zijn en daar moeten we wat aan gaan doen."
Wijkagent Tom Gonsalvez kan dat beamen. Waar hij normaliter op straat in Bleiswijk te vinden is, moet hij vandaag het politiebureau in Berkel en Rodenrijs openhouden. "We worden af en toe gezien als de stopverf van het corps. Dat is nu nodig, dat klopt. Maar onze waarde op straat moet je niet onderschatten." Ook voorzitter Jan Struijs van de Nationale Politiebond is blij met het plan, maar is wat terughoudend met het uithangen van de vlag. "We roepen dit al langer en krijgen ook al langer gelijk van de politiek, maar het gaat allemaal niet zo makkelijk. We hebben te weinig mensen. Voordat je goeie wijkagenten hebt ben je vier tot zes jaar verder, ook omdat er een grote uitstroom van wijkagenten aan zit te komen."
Deel dit artikel
Ja, ik wil graag wekelijks de nieuwsbrief van Hart van Nederland ontvangen met daarin het laatste nieuws en aanbiedingen die wijzelf of in samenwerking met onze partners organiseren.
Meld je aan om wekelijks onze nieuwsbrief te ontvangen. Je kan je altijd uitschrijven. Persoonsgegevens worden verwerkt in overeenstemming met de Privacyverklaring van Talpa Network.