Rechter oordeelt: avondklok moet per direct worden opgeheven

De rechtbank in Den Haag heeft dinsdagochtend geoordeeld dat de op dit moment geldende avondklok per direct moet worden opgeheven. De zaak was aangespannen door actiegroep Viruswaarheid. 

Het kabinet heeft de avondklok ingesteld op basis van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag (Wbbbg). Die noodwet biedt de regering de mogelijkheid om in zeer spoedeisende en buitengewone omstandigheden een avondklok in te stellen zonder goedkeuring van het parlement.

'Invoering avondklok niet legitiem'

De rechtbank oordeelt nu dat bij de invoering van de avondklok op 23 januari echter geen sprake was van zo'n noodgeval. Zo dachten het kabinet en het Outbreak Management Team (OMT) al maanden na over de maatregel. Ook het feit dat er tijd was voor een spoeddebat "maakt duidelijk dat van een daadwerkelijke spoedsituatie in dit geval geen sprake was".

"Daarom is de inzet van deze wet om de avondklok in te stellen niet legitiem", aldus het vonnis. De rechtbank benadrukt dat een "zeer zorgvuldig besluitvormingsproces" nodig is omdat de spertijd een "een vergaande inbreuk op het recht op bewegingsvrijheid en de persoonlijke levenssfeer" maakt.

De rechtbank twijfelt ook aan het nut van de avondklok. Daar zijn volgens de uitspraak "grote vraagtekens" bij te zetten. "Daarbij weegt zwaar dat de pandemie al bijna een jaar duurt en erkend is dat de druk op de zorg momenteel minder groot is dan eerder het geval is geweest."

Avondklokboetes kwijtgescholden?

De uitspraak betekent dat de spertijd per direct niet meer geldt en Nederlanders vanaf nu weer na 21.00 uur de straat op mogen. Als er hoger beroep wordt aangetekend heeft dit geen gevolgen voor het opheffen van de avondklok.

Het is nog niet duidelijk wat er nu met de opgelegde avondklok boetes zal gebeuren. Het ministerie van Justitie en Veiligheid overlegt op dit moment met de landsadvocaat over de gevolgen van het vonnis. Minister Ferd Grapperhaus komt later met een reactie.

Redactie/ANP