Als Nederlanders vloeken en schelden we er stevig op los. We staan bekend om ons grove taalgebruik waardoor een vloek of scheldwoord regelmatig in onze omgeving voorbijkomt. Toch ervaren we schelden als pijnlijker dan vloeken. Dat blijkt uit onderzoek van Kantar Public in opdracht van de Bond tegen vloeken.Maar wat is eigenlijk het verschil tussen vloeken en schelden? Bij vloeken wordt een religie geraakt, terwijl schelden juist gaat over zaken als ziekten, seksualiteit, afkomst en uiterlijk. Uit de representatieve steekproef van Kantar Public onder 1100 Nederlanders vanaf twaalf jaar blijkt dat negen op de tien Nederlanders het vooral vervelend vindt wanneer er wordt gescholden met handicaps en ziektes.Verder vindt 85 procent van de Nederlanders het vervelend wanneer er wordt gescholden over onderwerpen zoals huidskleur, seksuele geaardheid, afkomst en uiterlijk. Uit het onderzoek blijkt dat we tegenwoordig veel meer vloeken dan tussen 1995 en 2007, maar we ergeren ons er veel minder aan. Toch ervaart ongeveer de helft van de Nederlanders vloeken als pijnlijk, tegenover bijna zeventig procent over schelden.Vloeken in de autoIn het verkeer wordt volgens het onderzoek het vaakst gevloekt en gescholden. Daarnaast komen mensen op televisie, sociale media, onder familie en vrienden en op het werk veel in aanraking met vloeken en schelden.Onder de jongeren tussen de twaalf en zeventien jaar komt bijna zeventig procent op school in aanraking met vloeken en bijna drie kwart in aanraking met schelden. De groep 65-plussers zijn het netste onder ons. Zij vloeken en schelden het minst van ons allemaal. Slechts twee procent vloekt en bijna niemand scheldt.Onze favorietenAangezien we zoveel vloeken en schelden vragen we ons ook af wat dan onze favoriete scheld- en vloekwoorden zijn. Het liefst vloeken en schelden we met geloof of religie. Op de tweede plaats staan scheldwoorden met geslachtsdelen en op de derde plaats staat het schelden met ziektes.Dat we zoveel schelden met ziektes is opvallend, aangezien we dit juist als meest vervelende ervaren. Het blijkt wel dat we hier minder snel direct iets over zeggen wanneer het wordt gedaan, juist omdat we het zo vervelend vinden.Mond houdenWanneer er dan toch wordt gescholden, zegt slechts één op de vijf Nederlanders er onmiddellijk iets van. Dat wordt het vaakst gedaan op school, bij familie en op het werk. Maar hoe anoniemer de plek, hoe minder snel we er iets van zeggen. Wanneer er bijvoorbeeld wordt gevloekt in een winkel of in het verkeer, houden mensen vaker hun mond.