Veroordeelde zedendelinquent woont in buurt waar hij slachtoffers maakte: 'Hij moet oprotten uit Nijmegen'

Het tijdelijke verblijf van een veroordeelde zedendelinquent in Nijmegen zorgt voor grote onrust in de buurt en heeft tegelijkertijd een enorme impact op de slachtoffers die vlakbij wonen. Hij vergreep zich in de jaren 80 en 90 aan verschillende kinderen. André van Drempt was een van hen: “Hij moet oprotten uit Nijmegen”, zegt André in gesprek met Hart van Nederland.

Twintig jaar lang zat de dader in een tbs-kliniek, maar inmiddels heeft hij zijn straf uitgezeten. In juni kwam hij voorwaardelijk vrij en nu wordt er gezocht naar een plek waar hij verder moet resocialiseren. In de tussentijd woont de delinquent op het terrein van de Pompekliniek in Nijmegen. Uitgerekend in de buurt van de wijk waar hij zijn slachtoffers maakte.

Gemoedsrust

Inmiddels is besloten dat de man Nijmegen moet verlaten. Zowel voor zijn eigen veiligheid – hij wordt bedreigd – als voor de gemoedsrust van de slachtoffers en hun familie. Omdat de tbs’er steeds meer vrijheden kreeg in de laatste fase van zijn behandeling, komen slachtoffers hem geregeld tegen. Volgens zijn advocaat verhuist de man binnen één tot twee maanden, maar voor de slachtoffers is iedere dag dat ze hem tegen kunnen komen er één te veel. “Ik sta niet voor mezelf in. Alles wordt weer opgerakeld”, zegt André geëmotioneerd.

Die emotie is heel begrijpelijk en normaal, zegt voorzitter Jack Keijzer van de Federatie Nabestaanden Geweldslachtoffers. Slachtoffers en nabestaanden kunnen vol in de emotie schieten als zij hun misbruiker tegenkomen. "Voor hen zal serieus gelden dat zij daar heel erg onrustig van worden. Dat je met het lood in de schoenen naar het centrum gaat, bij wijze van. Dat je niet prettig boodschappen kunt doen, omdat je weet dat je hem kunt tegenkomen. Dat kan leiden tot hele nare gevoelens. Misschien wel tot woedeaanvallen."

Aanrijding

Dat is precies waar André last van heeft. Twee weken geleden ging het mis en reed hij de veroordeelde zedendelinquent aan. Het kostte hem een paar dagen cel. "Het liefst zou ik hem dood zien, maar daar heb ik mezelf mee. Ik heb ook twee kinderen."

André is bang dat het een keer echt uit de hand loopt en ziet de man het liefst zo snel mogelijk verdwijnen. "Hoe moet ik hier nu mee omgaan? Ik blijf zoveel mogelijk thuis, omdat ik hem niet tegen wil komen. Ik heb de burgemeester een brief geschreven, maar dat haalde niks uit."

Nieuw bestaan opbouwen

Burgemeester Bruls geeft op zijn beurt aan dat hij begrip heeft voor de impact bij de slachtoffers, maar veroordeelt ook het geweld en de bedreigingen jegens de man. “In ons rechtssysteem is geen plek voor eigen rechter spelen. Ik vind ook dat iemand na behandeling en straf het recht heeft om een nieuw bestaan op te bouwen.”

Het Openbaar Ministerie kan vanwege privacy niet zeggen waarom de dader is overgeplaatst naar de Pompekliniek in de buurt van zijn slachtoffers. Het Ministerie van Justitie neemt de beslissing voor een overplaatsing in samenspraak met de tbs-kliniek. Daarnaast vraagt het ministerie het OM altijd om contra-indicaties voor wat betreft de plaatsing, zoals de woonplaats van een slachtoffer, en daar wordt zoveel mogelijk rekening mee gehouden.