Het dragen van niet-medische mondkapjes in openbare ruimtes zou een "zeer geringe bijdrage" leveren in het voorkomen van nieuwe besmettingen met het nieuwe coronavirus. Dat benadrukte RIVM-directeur Jaap van Dissel donderdag tijdens de technische briefing van de Tweede Kamer. Vanaf 1 juni wordt het dragen van mondkapjes verplicht voor reizigers in het openbaar vervoer. Premier Rutte benadrukte woensdagavond bij de aankondiging van de maatregel al "dat het wetenschappelijk bewijs dat pleit vóór grootschalig gebruik, dun is. Tegelijkertijd zijn er studies die bij een juist gebruik van mondkapjes – ik onderstreep dat juiste gebruik – wel een beperkt positief effect laten zien." https://twitter.com/TomasRiemens/status/1258309418699104256Nauwelijks wetenschappelijk bewijsDonderdag bleek tijdens de technische briefing van de Tweede Kamer dat slechts drie studies een positief effect laten zien. Ook elders in Europa is nauwelijks wetenschappelijk bewijs gevonden voor positieve effecten van het dragen van mondkapjes, aldus Van Dissel. https://twitter.com/TomasRiemens/status/1258310655611895808Waarom toch verplicht?Door het gebrek aan wetenschappelijk bewijs dringt zich ook bij Kamerleden de vraag op waarom het dragen van mondkapjes per 1 juni dan toch verplicht wordt in het openbaar vervoer. "Je moet het altijd zien in het bredere vlak om besmettingen te voorkomen", aldus Van Dissel. Lees ook: HEMA gaat mondkapjes verkopen op stations Hij doelt hiermee op plekken waar geen 1,5 meter afstand kan worden gehouden en waar mensen niet naar hun klachten kan worden gevraagd.