Dieren
23 feb 2019, 19:05
De zeven honden die afgelopen maand omkwamen bij de brand bij hondenpension de Hondenbus in Zuidoostbeemster krijgen zaterdag hun eigen monument. Marco Brands hield in de dagen na de fatale brand een inzamelingsactie om de eigenaren een hart onder de riem te steken. Er werd echter zoveel geld opgehaald dat niet alleen de crematie van de viervoeters betaald kon worden, maar ook nieuwe voorzieningen voor het pension en als afsluiter een monument.
Eind januari brak er brand uit in de hondenopvang van Suus van Thoor en Amos van den Berg. Een valwind zorgde er vermoedelijk voor dat de houtkachel de brand veroorzaakte. De zeven hondjes die op dat moment binnen waren, overleefden de brand niet. Lees ook: Eén dag na dodelijke brand Zuidoostbeemster: ‘Het is afschuwelijk en niet te beschrijven’ In de dagen na de brand werd duidelijk dat niemand de schuld bij Suus of Amos neerlegde. Iedereen is zo op de Hondenbus gesteld dat er massaal geholpen werd met opruimen. Daarnaast organiseerde Marco Brands een inzamelingsactie die na een kleine week al op ruim 10.000 euro stond.
''Mijn hond overleefde de brand gelukkig, hij was buiten aan het spelen'', vertelt Brands. ''Ik wilde in eerste instantie vooral geld ophalen zodat de baasjes van de overleden honden de crematie ervan konden betalen. Maar ik kreeg in korte tijd zoveel dat we er veel meer van konden doen.'' Zo kwam het dat Brands ook zorgde voor geld voor een nieuw hondenhuisje op het terrein, eentje met een brandveiligheidssysteem en zonder houtkachel. Ook heeft Brands van dat geld het monument kunnen betalen. ''Het is heel emotioneel, maar het is wel een mooie afsluiter.''
Deel dit artikel
Ja, ik wil graag wekelijks de nieuwsbrief van Hart van Nederland ontvangen met daarin het laatste nieuws en aanbiedingen die wijzelf of in samenwerking met onze partners organiseren.
Meld je aan om wekelijks onze nieuwsbrief te ontvangen. Je kan je altijd uitschrijven. Persoonsgegevens worden verwerkt in overeenstemming met de Privacyverklaring van Talpa Network.