Dieren
20 apr 2022, 17:25
Safaripark De Beekse Bergen in Hilvarenbeek presenteert woensdag, met trots, een nieuwe bewoner van het park. Het gaat om een vrouwelijke Kirk’s dikdik. Om de geboorte te vieren zijn er meerdere 'dikdik-pics' van het kleine hoefdiertje vrijgegeven.
De Kirk’s dikdik komen normaal alleen voor in Oost- en Zuidwest Afrika en het is de kleinst levende antilope in zijn soort. Hij heeft een voorkeur voor droge gebieden met dicht struikgewas, waarin de dikdik kan schuilen bij gevaar.
Ook jongen houden zich de eerste twee tot drie weken schuil in de struiken. Wanneer ze schrikken, rennen ze weg met een reeks zigzagsprongen, waarbij ze een hoog geluid laten horen dat klinkt als “zik-zik” of “dik-dik”. Vandaar dan ook de naam van deze dieren.
Kirk-s dikdik Beekse Bergen 1
Mensen vormen de grootste bedreiging voor de dikdiks. Er wordt op ze gejaagd vanwege hun huid en botten. Zo wordt de huid gebruikt om suède handschoenen te maken en worden van de botten sieraden gemaakt.
Voor de Kirk's dikdik is er dan ook een Europees managementprogramma. Het doel van dit programma is het zorgen voor gezonde populaties in dierenparken. "Dieren in dierentuinen zijn ambassadeurs van hun soortgenoten in het wild. Op deze manier kunnen we onze bezoekers laten kennismaken met fantastische dieren en hen ondertussen ook bewust maken van de gevaren die er dreigen", vertelt Christian Meurrens, dierenverzorger bij Beekse Bergen.
Kirk-s dikdik Beekse Bergen (3)
De dieren leven in paartjes en blijven altijd bij elkaar, weet Meurrens. "De paartjes kunnen een gebied veroveren van wel dertig hectare groot. Ze markeren de grenzen van hun gebied door geuren achter te laten op onder andere twijgen en takken van bomen en struiken. Deze geur produceren ze vanuit hun geurklier, die onder hun ogen zit."
De diertjes worden ongeveer 55 tot 72 centimeter lang, tussen de 3,8 en de 7,2 kilogram zwaar en 35 tot 45 centimeter hoog. De staart is vier tot zes centimeter lang. De kleur van zijn rug varieert van geelachtig grijs tot roodachtig bruin en zijn buik van grijsachtig tot wit. De dunne poten van deze dieren zijn rossig grijs van kleur en hij heeft vaak een roodbruine kop, nek en schouders.
Door zijn bijzondere snuit verliest het dier bijna geen vocht en hoeft dus eigenlijk nooit te drinken. Het enige vocht dat deze dieren maanden achtereen binnenkrijgen is de dauw op en het vocht van de scheuten en bladeren van de struiken en bomen en van de vruchten en grassen die ze eten.
Beeld: Beekse Bergen/Mariska Vermij - Van Dijk
Deel dit artikel
Ja, ik wil graag wekelijks de nieuwsbrief van Hart van Nederland ontvangen met daarin het laatste nieuws en aanbiedingen die wijzelf of in samenwerking met onze partners organiseren.
Meld je aan om wekelijks onze nieuwsbrief te ontvangen. Je kan je altijd uitschrijven. Persoonsgegevens worden verwerkt in overeenstemming met de Privacyverklaring van Talpa Network.