Standwerkers willen na veertien maanden ook weer aan de slag: 'Desnoods met plexiglas'

Standwerkers, marktmensen die een bepaald product aan de man brengen met het nodige theatrale vertoon, hebben al veertien maanden niets te doen. Dat ze mensen naar hun kraam lokken, is juist in deze coronatijd niet wenselijk, beredeneert de overheid.

Volg het laatste nieuws over het coronavirus in Nederland via ons liveblog

Om aandacht voor hun situatie te vragen heeft de Centrale Vereniging van Ambulante Handel (CVAH) een brief gestuurd naar alle Nederlandse gemeenten. Daarin vragen de standwerkers of ze niet tijdelijk een 'gewone' kraam kunnen krijgen.

'Maak ruimte voor ons'

John Simons zit als standwerker sinds het uitbreken van de coronacrisis thuis, terwijl hij voorheen dagelijks op een weekmarkt, braderie, beurs of zomermarkt stond. Hij heeft al die tijd geen inkomsten buiten de noodsteunregelingen van de overheid. "Tuurlijk heb je wat spaargeld, maar normaal verkocht ik zo'n 25 steunzolen à 50 euro op een goede marktdag. Dat loop ik nu mis."

Volgens hem zijn er wel degelijk mogelijkheden voor standwerkers om hun werk veilig te doen. "We zouden kunnen werken met plexiglas of stippen op de grond", stelt hij voor. "Maak ruimte voor de standwerkers", valt Hannie Heine van de CVAG hem bij. "Geef deze mensen ook een 'stille' kraam, zoals normale kramen op een weekmarkt worden genoemd, zodat zij toch wat inkomsten hebben."