Rechter: coronabewijs is niet discriminerend en blijft van kracht

Het coronabewijs blijft gewoon verplicht. Dat heeft de voorzieningenrechter in Den Haag woensdag besloten in een kort geding. Volgens advocaat Bart Maes, die de zaak had aangespannen, is de omstreden maatregel onwettig, maar de rechter is het daarmee niet mee eens.

Sinds 25 september is een coronabewijs verplicht in de horeca, theaters, bioscopen, concerten en (sport)evenement. Bezoekers moeten zo'n toegangsbewijs via een QR-code in de CoronaCheck-app laten zien. Mensen krijgen een groen vinkje als ze of volledig zijn gevaccineerd, of genezen zijn van corona, of recent negatief op het virus hebben getest.

'Coronapas is apartheidspas'

Maes, die het kort geding tegen de Nederlandse staat aanspande, eiste dat de invoering van het coronabewijs zou worden opgeschort tot aan een bodemprocedure. De advocaat uit Breda vindt de controles op de QR-codes "onwettig, strafbaar en discriminerend". De maatregel is volgens hem in strijd met de grondwet en internationale verdragen.

"Heel veel mensen die niet gevaccineerd zijn voelen zich, net als wij, enorm gediscrimineerd en worden weggezet als tweederangs burgers", stelde Maes vorige week tijdens de zitting. De advocaat stelde in zijn pleidooi verder dat de coronapas "inmiddels ook al omgedoopt tot de apartheidspas".

'Keuze is geheel vrij'

De voorzieningenrechter is het niet eens met die aanklacht, blijkt uit het vonnis. Die wijst erop dat mensen voor het krijgen van een groen vinkje de keuze hebben om zich te laten vaccineren of te laten testen op het virus. "Iedereen is geheel vrij in de keuze van het voor het verkrijgen van het coronatoegangsbewijs in te zetten bewijsmiddel."

De rechter erkent dat deze keuze (de groep herstelden buiten beschouwing gelaten) weliswaar afhankelijk van de keuze van mensen om zich wel of niet te laten inenten. "Maar ook in die keuze is iedereen geheel vrij." Er is daarom geen sprake van een verschil van behandeling en dus ook niet van verboden discriminatie, concludeert de rechter.

Rechter is terughoudend

Net als bij eerdere kort gedingen over het coronabeleid heeft de rechter ook deze keer het uitgangspunt genomen dat deze zich terughoudend moet opstellen bij het beoordelen van nieuwe maatregelen. Alleen als er sprake zou zijn van onredelijk beleid of een gebrek aan wettelijke grondslag kan de rechter ingrijpen.

Dat is hier niet het geval, stelt de voorzieningenrechter in de uitspraak. Er is een wettelijke grondslag voor de invoering van het coronabewijs en de overheid heeft begrijpelijk uitgelegd waarom er nog steeds maatregelen nodig zijn. De toegangsbewijzen hebben een legitiem doel, vindt de rechter: verspreiding van het coronavirus beperken.

Hart van Nederland/ANP