Non-food marktverkopers in rechtbank tegenover Staat: 'Politiek is ons gewoon vergeten'

De Nederlandse marktondernemers die non-food verkopen staan aan de vooravond van een belangrijke week. Op woensdag staan ze tijdens een kort geding namelijk recht tegenover de Staat omdat ze per direct af willen van het verbod voor non-foodverkopers om weer op de markt te staan.

Het water staat veel van hen aan de lippen, en dat hun lot in tegenstelling tot food-marktkooplui nooit wordt genoemd tijdens persconferenties, steekt ze enorm. "Ze zijn ons gewoon vergeten!", zegt Hannie Heinen van Centrale Vereniging van Ambulante Handel (CVAH). Ook zij is verkoopster op de markt, maar nu al maanden dus niet meer.

De maat is vol: of ze dinsdag nu eindelijk wel of niet genoemd worden in de corona-persconferentie: het kort geding komt er, vertelt Hannie. Er moet nu eindelijk aandacht voor hun situatie komen. "Een hele hoop mensen houden het niet vol", weet ze. "Ik hoor van verschillende marktondernemers: 'ik red het niet'."

Niet uit te leggen

Anderhalf meter afstand kunnen houden is geen probleem, en als klap op de vuurpijl staan ze in de buitenlucht. Dat winkels wel open mogen, zij het op afspraak, en marktkooplui voor de zoveelste keer maanden duimendraaiend en geld verliezend thuis zitten, dat is volgens hen niet uit te leggen.

Talloze mogelijkheden

"Want we willen zo graag", verzucht marktverkoopster Jose Wolters. Zij ziet talloze mogelijkheden. "Wij kunnen ook op afspraak werken, als ze ons de kans geven. Als we gewoon gaan staan bij elke gemeente kunnen we met de mensen afspreken: kom, en dan kun je tien minuten winkelen. Ik heb een kraam van twintig meter daar kunnen twee mensen tegelijkertijd in. Of we kunnen ook om het uur zoveel mensen helpen. Wij hebben ook ontsmettingsspullen. En we staan in de buitenlucht!'

Jose is heel boos. "Ik vind het een onterecht iets. Laat ons ook gewoon werken. Stel ons gelijk aan de winkels!" Ze hoopt dat ze eindelijk genoemd worden tijdens de persconferentie over de versoepeling en zo niet: dan is er de rechtszaak nog. "Dan hoop ik dat we winnen!"