Slimme oplossing in strijd tegen taalachterstand: bellen met luisteroma's en -opa's

Door het thuisonderwijs hebben zowel leerkrachten als leerlingen te maken met achterstanden die maar moeilijk in te halen zijn. Dit geldt misschien wel het ergst voor basisschoolkinderen uit gezinnen waarvan de ouders onze taal niet machtig zijn en waar thuis amper Nederlands wordt gesproken.

Toen Robert Weij, ondernemer uit de zorgsector, uit Den Haag signalen opving van huisartsen in Haagse achterstandsbuurten over het verwateren van het Nederlands bij deze groep kinderen, bedacht hij een bijzonder project: de luisteroma's en -opa's.

Slechter Nederlands

"Ik sprak een huisarts die het was opgevallen dat sommige kindjes echt slechter Nederlands waren gaan praten door die lockdowns", vertelt Weij. "Logisch, ook als er thuis geen Nederlands wordt gesproken. De arts vroeg mij, goh Robert zou je daar niet eens over na kunnen denken."

"Ik ben zelf ook vader en trok het me aan. Sinds de eerste lockdown een jaar geleden laat ik mijn jongste zoon een paar keer per week bellen met oma en we merkten gewoon dat hij grote sprongen maakte met lezen", aldus Weij. "Ik dacht, hier kunnen we wel wat mee. We zijn ermee aan de slag gegaan en het blijkt voor andere kinderen ook te werken. En het is heel erg simpel, je hebt alleen een telefoon nodig."

Taal gaat moeizaam

Iemand die haar dochters van 10 en 6 jaar oud heeft opgegeven is Arti Rana uit Rijswijk. Arti: "Mijn man en ik zijn hier acht jaar geleden komen wonen, we komen uit India. We proberen de taal de spreken maar dat gaat heel moeizaam. We spreken thuis dan ook vooral onze eigen taal. Toen de kinderen thuisonderwijs kregen spraken ze minder met klasgenootjes en vriendjes en dus ook minder de Nederlandse taal. Daarom hebben wij ze nu opgegeven. Ze vinden het erg leuk."