De wanhoop komt dichtbij voor de 22-jarige schipper van historische schoener 'Nil Desperandum'

De provincies gaan beter samen optrekken om de bruine vloot voor de ondergang te behoeden. Dat zegt gedeputeerde Eddy van Hijum uit Overijssel tegen Hart van Nederland. "We willen de historische vloot op de internationale kaart zetten. Daarom gaan we proberen om ze op de werelderfgoedlijst van Unesco te plaatsen."

Dat klinkt als muziek in de oren bij Jerke van As. De jonge schipper werd in februari 2020 op 22-jarige leeftijd de eigenaar van de prachtige schoener Nil Desperandum (Wanhoop Niet). Hoewel de jonge eigenaar een optimistisch mens is, hakte het afgelopen coronajaar er bij hem flink in. "Die wanhoop begint nu toch wel een beetje dichterbij te komen", zo laat hij weten.

Er is namelijk nog steeds weinig licht aan de horizon. Hoewel het kabinet in augustus beloofde 15 miljoen euro steun te geven, is daarvan nog altijd niets ontvangen. De Europese Commissie moet de financiële regeling nog goedkeuren.

De handen ineen

Toen het coronavirus toesloeg, sloegen ook Van As en veel andere schippers van de bruine vloot hun handen ineen. "We richtten een platform op, Captain Corona, waarmee we protocollen ontwikkelden om toch te kunnen varen. Maar dat was slechts af en toe en met vier tot tien gasten natuurlijk veel te weinig."

De bruine vloot is volledig afhankelijk van betalende passagiers en die konden ze het afgelopen jaar door de coronacrisis niet of nauwelijks aan boord nemen. Maar aangezien het onderhoud aan de historische schepen en dus de kosten altijd doorloopt, is financiële steun hard nodig.

Drijvend cultureel erfgoed

Nederland heeft de grootste nog varende historische zeilvloot ter wereld. De ruim vierhonderd authentieke schepen zijn van grote cultuurhistorische waarde. Veel schepen zijn van de sloop gered, gerestaureerd en geschikt gemaakt om te varen met betalende passagiers. Hierdoor weten de schippers deze oude vrachtschepen in de vaart te houden en kunnen dagjesmensen er een mooie tijd op beleven.

In normale jaren neemt de vloot meer dan honderdduizend gasten mee naar het Markermeer, het IJsselmeer, en de Wadden.