Boertjes en boerinnetjes in de dop: agrarische kinderopvang groeit als kool

Agrarische kinderopvang, dus je kinderen gedurende de dag onderbrengen bij een boerenbedrijf, is de laatste vijftien jaar steeds populairder geworden. Sterker nog: waren er vijftien jaar geleden er nog maar 20 agrarische kinderopvanglocaties, inmiddels zijn het er 263. Een geslaagde dag is voor de kinderen van één van de moeders "als ze thuis komen, lekker vies met koeienvoer in de luier!"

Celina van Beek uit Etten-Leur is opgegroeid op een melkveebedrijf en de liefde voor dieren is haar met de paplepel ingegoten. "Maar ook de passie voor kinderen zat er al vroeg in, en zo kwam ik op het idee voor een agrarische kinderopvang", vertelt ze aan Hart van Nederland. Gelukkig hoeft ze het niet allemaal alleen te doen. "Het hele gezin is bij de opvang betrokken eigenlijk. Mijn vader en man vooral dan in de rol van boer, dus die spelen met de kinderen, helpen ze mee bij het voeren van dieren en tractor rijden."

Enorme wachtlijsten

Een beetje wroeten in de modder, stro en hooi, diertjes aaien en rijden op een trekker, dat wil ieder kind wel. En dat is te merken: de agrarische kinderopvanglocaties in het land hebben inmiddels enorme wachtlijsten. "Wij waren net op tijd met allebei, dus wij hadden vrij snel een plekje", vertel een moeder. "Maar als je nu een plekje wil, moet je wel even wachten denk ik."

Want een agrarische kinderopvang stamp je niet zomaar uit de grond, weet Monique Litjens, voorzitter Vereniging Agrarische Kinderopvang (VAK). De gemeente moet meewerken en er zijn veel vergunningen voor nodig om het allemaal voor elkaar te boksen. "Meestal duurt het wel een paar jaar om het te realiseren", aldus Monique. "Dat is misschien ook maar goed, want die tijd kan je ook gebruiken om alles goed te doordenken. Je moet namelijk wel zeker weten dat je het wil en kan."