LEGO wordt genderneutraal: geen onderscheid meer tussen 'jongens- en meisjesspeelgoed'

Bij het aanprijzen van de sets gaat LEGO zich niet meer specifiek richten op jongens of meisjes. Het Deense bedrijf wil zo helpen rolpatronen te doorbreken. Hiermee komt een einde aan de jarenlange marketing die gebaseerd werd op sekse. Door stereotypes weg te nemen, hoopt het blokkenmerk dat jongens ook eerder met speelgoed spelen dat voorheen voor meiden bedoeld was.

De beslissing van de speelgoedfabrikant komt na een onderzoek van het Geena Davis Institute in opdracht van LEGO naar genderneutraliteit. Hierbij wordt er geen onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen en daarbij ook niet tussen hun eigenschappen, gedragingen en voorkeuren.

Uitgelachen als je met meisjesspeelgoed speelt

Uit het onderzoek blijkt dat meisjes geen probleem hebben om met jongensspeelgoed te spelen, maar dat dat andersom heel anders ligt. 71 procent van de ondervraagde jongens van 6 tot 14 jaar vreesden namelijk dat ze werden uitgelachen als ze met meisjesspeelgoed speelden. Door die stereotypes, ook in reclames, weg te nemen, hoopt LEGO dat de jongens ook eerder met speelgoed spelen dat voorheen voor de meiden bedoeld was.

De onderzoekers kwamen erachter dat de meeste kinderen denken dat speelgoed is bedoeld voor het ene of het andere geslacht. Zo vond driekwart van de jongens dat sommige soorten speelgoed alleen voor meisjes zijn en andere alleen voor jongens. Onder meisjes was dat aandeel met 62 procent een stuk lager.

Ouders bevestigen dat idee vaak. Zij moedigen hun zoons bijvoorbeeld vaker aan om met LEGO te spelen dan hun dochters. De jongens worden door hun ouders meer gedreven tot sport en de meiden worden tot drie keer meer naar de keuken meegelokt.

Meer inclusiviteit

Met een collectie als LEGO Dots probeert het bedrijf zowel meisjes als jongens aan te spreken. De producten worden niet in categorieën 'voor jongens' of 'voor meisjes' op de website geplaatst, het speelgoed wordt zowel op meisjes als jongens uitgetest en er gaat vaker gebruik gemaakt worden van vrouwelijke rolmodellen.

Aan het onderzoek deden 7000 ouders en kinderen mee uit verschillende landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk, Tsjechië, Polen, Rusland, China en de Verenigde Staten.

Beeld: Unsplash