Een op drie Nederlanders wil coronazelftest gebruiken, prijs is struikelblok

Bijna één op de drie Nederlanders wil de corona-zelftesten gaan gebruiken zodra die beschikbaar zijn in de supermarkten, apotheken en drogisten. Dat blijkt uit onderzoek onder het Hart van Nederland-panel.

Aan het onderzoek deden ruim 2700 deelnemers mee. Van hen is 31 procent van plan gebruik te maken van de zelftesten, waarbij je binnen een kwartier de uitslag hebt. Wel zijn de zelftesten minder betrouwbaar dan de reguliere PCR-test.

Een heel klein deel van de mensen, 1 procent, heeft al eens zo'n zelftest gedaan. Over grens, in Duitsland bijvoorbeeld, zijn de testen wel al te verkrijgen in de winkel. Ook is het mogelijk om online (illegale) zelftesten te kopen.

Nederlanders hoeven geen zelftest

De meerderheid van de Nederlanders, 59 procent, zit niet te springen om een zelftest. Die testen zijn eind april waarschijnlijk al beschikbaar voor het onderwijs. Wanneer ze in de winkel komen te liggen, is nog niet helemaal duidelijk. Minister Hugo de Jonge denkt dat ze zo'n tien euro zullen gaan kosten.

De prijs is een struikelblok voor veel mensen. Bijna een kwart van de mensen wil wel van de zelftest gebruik maken, maar er niet voor betalen. Net zoveel mensen willen maximaal 5 euro uitgeven aan de test. Slechts dertien procent van de mensen zou er 10 euro of meer voor over hebben.

Bij klachten naar GGD

De bedoeling is dat een zelftest als 'extra veiligheid' wordt gezien en gebruikt wordt door mensen zonder klachten die bij bijvoorbeeld bij oma op bezoek willen gaan, of naar een begrafenis moeten. Mensen mét klachten zouden zich nog gewoon bij de GGD moeten laten testen.

Iets meer dan de helft van de mensen gaat bij klachten of lichte klachten inderdaad naar de GGD voor een test. Eén op de vijf mensen doet dan toch liever een zelftest. Iets meer mensen, 22 procent, doen helemaal geen test bij klachten.

Het Hart van Nederland-panel bestaat op dit moment uit 35.000 leden. Per onderzoek wordt een deel van het panel uitgenodigd. Dat gebeurt op basis van de kenmerken van de deelnemers, zoals politieke voorkeur, geslacht, woonplaats, leeftijd. Alle onderzoeken vinden plaats onder begeleiding van NoTies/opiniepeiler Maurice de Hond.