Bijna de helft van Nederlanders verwacht in financiële problemen te komen door gestegen gasprijs

Nederlanders maken zich behoorlijk zorgen over de stijgende gasprijs. Sterker nog: bijna de helft van de bevolking denkt daardoor in de financiële problemen te komen. Dat blijkt uit een representatief onderzoek onder ruim 3800 deelnemers aan het Hart van Nederland-panel.

De gasprijzen stegen sowieso al flink de afgelopen maanden, maar de oorlog in Oekraïne doet daar nog een extra schepje bovenop. Nederland - en veel andere Europese landen - zijn behoorlijk afhankelijk van Russisch gas, dat nu vanzelfsprekend niet of nauwelijks te verkrijgen is.

En die schaarste levert automatisch een hoge prijs op, tot frustratie van veel Nederlanders. Veel van hen willen dat de politiek actie onderneemt. "De overheid zou particulieren veel meer moeten helpen met alternatieven voor gas. Het is nu gewoon te duur en niet rendabel genoeg om over te stappen op zonnepanelen", zegt iemand. Anderen pleiten ervoor om de gaskraan in Groningen zo ver mogelijk open te draaien.

Heft in eigen handen

Maar totdat de overheid met een pakket aan maatregelen komt, nemen Nederlanders het heft maar in eigen handen om de gasrekening binnen de perken te houden. Ruim de helft van de Nederlanders (55 procent) zegt bijvoorbeeld de verwarming lager te zetten - en dat terwijl de temperaturen buiten nog niet echt aangenaam zijn.

In deze koude tijd kan een warme douche prettig zijn, maar toch zegt 35 procent van de Nederlanders korter te douchen om gas te besparen. Ook het huis laten isoleren (14 procent) of helemaal van het gas af (4 procent) zijn voor sommigen manieren om geld te besparen.

Onafwendbaar feit

Maar dat Nederlanders de komende tijd dieper in de buidel zullen moeten tasten, lijkt een onafwendbaar feit. Ruim een kwart van de Nederlanders (27 procent) heeft op dit moment een variabel energiecontract en voelt dus direct de gevolgen van de stijgende gasprijzen.

Nog een kwart (24 procent) heeft een vast energiecontract dat binnen een jaar afloopt (en dus waarschijnlijk variabel wordt). Slechts 30 procent heeft een vast contract dat over meer dan een jaar afloopt. Zij zitten er dus - in ieder geval voorlopig - nog wél warmpjes bij.