'Uitvallende treinen te wijten aan verziekte werksfeer bij ProRail'

Treinen die niet rijden, vooral rond de belangrijkste post in Utrecht, zijn het resultaat van een verziekte werksfeer. De onvrede onder verkeersleiders is al jaren heel groot, vertellen meerderen van hen aan het AD. Ze spreken van "een hoge werkdruk" en klagen dat ze al jaren niet worden gehoord door de directie van ProRail.

Er vallen al sinds de zomer meerdere treinen uit en door één zieke verkeersleider lag het treinverkeer tussen Utrecht en Arnhem afgelopen week nog tweemaal urenlang stil. ProRail gaf als reden daarvoor "een groot tekort aan verkeersleiders", onder meer omdat veel veel medewerkers met pensioen gingen, maar dat is volgens betrokkenen slechts een deel van de oorzaak.

Op de belangrijkste post in Utrecht werken ongeveer honderd mensen, maar de helft van hen is niet inzetbaar wegens ziekte en omdat ze ontevreden zijn. Door de slechte werksfeer is er onder de verkeersleiders op de elf andere posten in Nederland geen animo om de gaten in het rooster op te vullen en volgens de krant is de bezetting ook de komende week schaars.

Probleem speelt al sinds 2013

"De situatie is vanaf 2013 geleidelijk ontstaan, wij vragen hier al jaren aandacht voor", zegt Vakbond FNV Spoor-bestuurder Michiel Boer tegen de krant. Toen was de verkeersleiding wegens de veiligheid ruim voldoende bezet, maar "door marktdenken is het aantal verkeersleiders de jaren erna ingekrompen, met toenemende werkdruk als gevolg".

Te laat

Om het tekort van zeker zestig verkeersleiders recht te trekken, zijn er maatregelen getroffen als een maandelijkse toeslag van driehonderd euro, het inkorten van de opleiding tot verkeersleider en is het budget voor werving vergroot. Rijkelijk aan de late kant, aldus bestuurder Boer. "Diverse directies van ProRail hebben een tijdbom gecreëerd, die nu al tijden aan het ontploffen is. Pas sinds enkele maanden werkt men aan echte oplossingen."

ProRail bevestigt desgevraagd deze problemen in het AD. "We hebben teveel gevraagd van mensen en hadden dit eerder moeten adresseren”, aldus woordvoerder Martijn de Graaf.