Ruim 100.000 jongeren verloren hun baan tijdens begin coronacrisis

Tijdens het begin van de coronacrisis in maart vorig jaar zijn ruim honderdduizend jongeren hun baan verloren. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Vooral in de horeca werden veel (bij)banen geschrapt, terwijl het aantal jongeren dat als vakkenvuller in de supermarkten werkt juist toenam.

Volg het laatste nieuws over het coronavirus in Nederland via ons liveblog

Het aantal werkenden daalde aan het begin van de coronacrisis, in het tweede kwartaal van vorig jaar, met 173 duizend. Vooral jongeren verloren hun baan. Van de 173 duizend werkenden waren er 117 duizend tussen de 15 en 25 jaar oud. Na de eerste coronapiek en lockdown steeg het aantal werkende jongeren weer in het derde en vierde kwartaal van 2020, al was het aantal werkende jongeren met 62,7 procent nog niet op het niveau van het jaar daarvoor (65,6 procent).

Vooral flexibele contracten geschrapt

Vooral jonge mannen die geen onderwijs volgen, verloren hun baan. Bij de vrouwen was de daling minder sterk. Vooral jongeren met een flexibel dienstverband moesten het ontgelden. Eind vorig jaar hadden 822 duizend jongeren een flexibel dienstverband. Dat zijn er 60.000 minder dan in hetzelfde kwartaal het jaar daarvoor.

Door de effecten van de coronacrisis waren in het vierde kwartaal van vorig jaar 36 duizend meer jongeren werkloos dan in hetzelfde kwartaal het jaar ervoor.

Meeste banen verloren in de horeca

De meeste banen gingen verloren in de horeca, een sector die het door de coronacrisis zwaar te verduren heeft. Het aantal kelners en barpersoneel daalde en ook het aantal keukenhulpen nam af. Ook is een forse daling te zien in het aantal koks.

Tegelijkertijd was er volop werkgelegenheid in de supermarkten. Daar steeg het aantal vakkenvullers in een jaar tijd met 16.000.