Rode Kruis zet virtual reality in om vrijwilligers klaar te stomen voor slagveld

De oorverdovende explosie doet pijn aan je oren terwijl je dekking zoekt achter een betonnen muur. Er zitten twee scherpschutter op vier hoog die iedereen onder vuur nemen. Het stof dat oplaait door een lawaaierige helikopter geeft je kort dekking. Wat ga je doen? Dit is zomaar een van de scenario's waar vrijwilligers van het Rode Kruis zich in kunnen bevinden als zij hulp bieden in een oorlogsgebied.

Levensechte ervaring

Met deze reden heeft het de hulporganisatie een virtueel trainingsprogramma gemaakt in een VR-game. ''Wij hebben het systeem laten testen door mensen die in Syrië zijn geweest,,'' zegt Christian Rouffaer, het hoofd van het VR-programma van het Rode Kruis. ''Geen een van de testpersonen heeft een simulatie af kunnen maken, dit omdat het te dicht in de buurt kwam van wat zij op het slagveld hebben meegemaakt.'' Waar de markt voor virtual reality in het entertainmentsector een beetje achterblijft wordt er voor andere manieren gezocht om deze technologie toe te passen. ''Met de simulatie kunnen wij onze vrijwilligers laten zien wat voor impact dit soort situaties om iemand kunnen hebben.''

Mensen redden

Waar het bij normale games het doel is om zoveel mogelijk mensen te doden, is het bij het nieuw ontworpen VR-ervaring van het Rode Kruis juist de bedoeling om mensen te redden. Ruim negentig procent van de taken die je kan uitvoeren in de simulatie bestaat uit het beiden van eerste hulp aan oorlogsslachtoffers en het creëren van een 'veilige' werkomgeving  in de chaos. Veel van de scenario's zijn gebaseerd op conflicten in stedelijke gebieden, die omdat oorlogen en conflicten niet meer worden uitgevochten in een open veld. Hierdoor stijgt ook het aantal burgerslachtoffers. ''Iets wat deze training, hopelijk, kan gaan verminderen,'' zegt Rouffaer. De grootste hulporganisatie ter wereld heeft over de hele wereld zo'n twaalf miljoen vrijwilligers, die vaak als eerste ter plaatse zijn bij een grote ramp of bij een conflict. Beeld: Reuters