OM-onderzoek naar chroom-6 in werkplaats NS

Het Openbaar Ministerie is bezig met een oriënterend onderzoek naar de NS-werkplaats in Tilburg, waar personeel jarenlang is blootgesteld aan het gevaarlijke anti-roestmiddel chroom-6. "We onderzoeken of er aanknopingspunten zijn voor een strafrechtelijk onderzoek'', zei een OM-woordvoerster zaterdag naar aanleiding van berichtgeving in het Brabants Dagblad. De krant concludeert dat de gemeente Tilburg en het onderhoudsbedrijf van de NS nalatig zijn geweest en de gezondheid van honderden werklozen op het spel hebben gezet. Ruim achthonderd mensen werden als werkloze door de gemeente aan de slag gezet. In de werkplaats werden oude treinstellen geschuurd. In de oude verflagen zat zeer waarschijnlijk chroom-6 dat is vrijgekomen tijdens de werkzaamheden. Er werden nauwelijks beschermingsmaatregelen getroffen en signalen over de gevaren werden genegeerd, aldus het Brabants Dagblad. Volgens Fons Tannenbaum (38) waren er geen werkschoenen, geen laskap, geen beschermingsbrillen, etc: "Hierdoor ben ik chronisch ziek geworden, ben ik een hartpatiënt, heb ik een afwijking van mijn rechter long, is mijn nier en lever verslechtert en heb ik astma. In plaats van 40-uur, werk ik nu 16-uur waardoor ik geen huis kan kopen en ik veel minder inkomsten heb.” Remco op 't Hoog (38) heeft z’n gebit verloren en kan geen andere dingen bedenken dan dat het door chroom-6 is gekomen: “Na enkele maanden daar werkzaam geweest te zijn, begonnen mijn kiezen af te brokkelen. Verder was de bedrijfssfeer heel slecht. Op mijn eerste werkdag zag ik de bedrijfsleider andere werknemers afblaffen, omdat ze naar zijn mening geen goed werk afleverden. We moesten mondkapjes delen, omdat er onvoldoende beschikbaar waren.” Volgens de Tilburgse wethouder Erik de Ridder wist de gemeente niet dat er chroom-6 op de treinen zat. De gemeente geeft aan pas in 2015 op de hoogte te zijn gesteld door een oud-medewerker die in de media vernam dat treinen verf bevatte met de kankerverwekkende stof chroom-6: “We zijn erg geschrokken van de verhalen van ex-medewerkers, maar komen niet als donderslag bij heldere hemel. We willen de onderste steen boven krijgen, vandaar het onderzoek dat wordt uitgevoerd door het RIVM.”