Mondriaan krijgt bezoek van de allerjongsten

In het Gemeentemuseum van Den Haag was dinsdagochtend voor het eerst een heuse babytour. Kinderen van vier maanden tot anderhalf jaar mochten met hun ouders naar een paar Mondriaans komen kijken, nog voordat het gewone museumpubliek binnenstroomde. Vierhonderd baby's waren aangemeld voor het experiment, maar er konden er maar een paar meedoen. Boaz, Nena, Jasmijn, Lennon, Bodhi, Evi, David, Asya en Famke waren erbij. En werd er vooraf nog wat gehuild door een enkeling, tijdens de tour waren de jeugdige museumbezoekers overwegend het zonnetje in huis. De felle primaire kleuren van Mondriaan sloegen aan: met name De rode boom (tegen een blauwe achtergrond) trok de aandacht van het jongvolk. Sommige kleintjes leken er gebiologeerd naar te kijken. Ook andere doeken werden soms grondig bestudeerd met die onbevangen, ongegeneerd observerende babyblik. Soms werd er gekraaid van plezier en zelfs een keer hevig en 'deskundig' geknikt. Maar het klikken van de camera's van toegestroomde fotojournalisten leidde natuurlijk soms wèl een beetje af. De babytour is overgewaaid uit Amerika, waar ze al een paar jaar worden gehouden en waar binnenkort zelfs een babymuseum zal verrijzen. Ook in Engeland en Duitsland komen ze al voor. De rondleiding van dinsdag, met begeleiding, speeltjes, een spelletje en muziek, was nog maar een proef. Een tweede experiment staat voor het najaar in Dordrecht op het programma. Volgens Brigitte Timmermans, oprichter van het organiserende Kunstfanaatjes, kunnen baby’s en peuters wel degelijk van kunst genieten. Vanaf vier maanden kan een mens immers kleuren onderscheiden. Het kijken naar vormen is ook goed voor de ontwikkeling. Zij vindt de kleintjes een 'volwaardige doelgroep' die serieus genomen moet worden. Dat vonden de deelnemende ouders ook. En ze hadden er dinsdag zeker zoveel lol in als hun kroost.