Hart voor elkaar: deel Nederlanders doneert vanwege crisis méér aan goede doelen

We komen richting het einde van het jaar, een moment dat we wat meer hart voor elkaar hebben. Dat doen we allen op onze eigen manier. Twee op de drie mensen, 65 procent, doneert aan goede doelen dit jaar, bijvoorbeeld via collectes of via grote inzamelacties als Giro 555 en de vandaag startende Missie 538. Dat blijkt uit representatief onderzoek van het Hart van Nederland-panel.

2022 zal de boeken in gaan als het jaar met recordinflatie. Ondanks het dure leven geeft 10 procent van de Nederlanders juist meer aan goede doelen dan vorig jaar. Voor een deel (34 procent) is dit te verklaren omdat deze groep de gevolgen van het dure leven voor anderen ziet.

38 procent van de Nederlanders geeft even veel als vorig jaar, 17 procent minder geeft aan goede doelen, en 7 procent geeft dit jaar niets, terwijl ze dit vorig jaar wel deden. Voor deze laatste twee groepen komt dit voor een groot deel doordat ze het niet meer kunnen opbrengen: van hen zegt 82 procent dat het duurdere leven de belangrijkste reden is dat ze minder of niks geven. 28 procent van de Nederlanders heeft zowel in 2021 als in 2022 niks gegeven.

Hoeveel geven mensen dan aan goede doelen? De meesten geven enkele tientjes, maar het kan soms ook om flinke bedragen gaan. 22 procent geeft minder dan 20 euro, 25 procent geeft tussen de 20 en 50 euro, 31 procent geeft tussen de 50 en 250 euro, 11 procent geeft tussen de 250 en 1000 euro, en 3 procent geeft meer dan 1.000 euro. De rest (8 procent) wil het niet zeggen.

Noodzaak voedselbank gegroeid

Dat goede doelen nodig zijn blijkt wel uit de maatschappelijke ontwikkelingen. 3,2 procent van de deelnemers aan het panel zegt in dit jaar van prijsstijgingen naar de voedselbank te hebben moeten gaan omdat ze het niet meer rond krijgen. Ruim de helft van hen (1,7 procent van het totaal aantal deelnemers) zegt dat ze dat dit jaar voor het eerst hebben moeten doen.

De vele prijsstijgingen dit jaar en de problemen waarin mensen belanden zorgen er bij ruim een kwart (26 procent) van de Nederlanders voor dat ze nu meer zorg willen dragen voor anderen in de samenleving. Dit zijn vooral mensen die het zelf ook hebben ervaren: onder mensen die aangaven bij de voedselbank terecht te moeten, zegt 32 procent nu meer zorg te willen dragen voor anderen.

Overheid heeft onvoldoende oog

De overheid heeft verschillende maatregelen doorgevoerd om de impact van de prijsstijgingen zo beperkt mogelijk te houden. Bijvoorbeeld door de invoering van een plafond op de energieprijzen, het verlagen van de accijnzen voor benzine en diesel, en het geven van energiecompensaties aan iedereen en extra aan armere huishoudens. Toch heeft de overheid nog niet echt voldoende oog voor de gevolgen van de prijsstijgingen in de samenleving, vindt 51 procent van de respondenten.

44 procent vindt wel dat de overheid voldoende oog heeft voor de problemen, maar daarvan is niet iedereen het eens over de aanpak. 10 procent van de Nederlanders vindt dat de overheid de juiste beslissingen neemt om de gevolgen van de prijsstijgingen zo klein mogelijk te houden. 6 procent vindt dat de overheid er te veel geld aan uitgeeft, en 28 procent vindt dat de overheid te weinig doet.