Harde noodkreet kermisbranche: 'Het is nu erop of eronder'

Het is erop of eronder voor de kermisbranche. Dat zegt Atze Lubach van de Nationale Bond van Kermisbedrijfhouders Bovak. Volgens de bond blijkt het in september door Mona Keizer toegezegde steunpakket van 10,5 miljoen euro nagenoeg onbereikbaar voor de meeste kermisexploitanten. En dat zorgt voor grote financiële problemen. Op korte termijn is er dan ook snel geld nodig.

Volg het laatste nieuws over het coronavirus in Nederland via ons liveblog.

Het is voor brancheorganisaties BOVAK (Nationale Bond van Kermisondernemers) en NKB (Nederlandse Kermisbond) reden genoeg om een noodkreet uit te doen. De sector staat namelijk op de rand van de afgrond.

Meer perspectief is nodig

Lubach: “Het is erop of eronder omdat er geen nu geen perspectief is. Vorig jaar zijn maar 150 van de 1400 kermissen in Nederland doorgegaan. Nu stellen lokale overheden zich terughoudend op. Dit terwijl de kermisondernemers te maken hebben met een voorbereidingstijd van meerdere weken. Het is cruciaal om de kermisbranche meer perspectief te bieden.”

Volgens Lubach moet de beloofde financiële compensatie voor de kermisondernemers bereikbaarder worden gemaakt. Veel van hen lopen namelijk compensatie mis door voorwaarden in de zogenaamde evenementenmodule, waardoor ze alsnog geen aanspraak maken op steun.

“Mijn vertrouwen in de politiek is wel weg kan ik je zeggen", zegt Lubach. "Er is voor deze groep ondernemers snel behoefte aan steun, maar die komt er niet. Terwijl Mona Keizer (Staatssecretaris Economische Zaken en Klimaat, red.) wel een toezegging heeft gedaan van 10,5 miljoen euro. Het is moeilijk om te zien dat het dan stil blijft.”

Grote onzekerheid

Een van de kermisexploitanten die het moeilijk heeft is Tommy Boesveld uit Apeldoorn. Hij heeft voor het uitbreken van de coronacrisis een nieuwe dure attractie gekocht: de Reactor. Hij zou in 2020 op 24 kermissen staan, het werden er maar drie.

Boesveld: “Ik zit vanwege die aankoop ‘hoog in de boom’ bij de bank. Ik ben naar de bank gegaan om te spreken over de aflossingsverplichting, of we daar iets aan konden doen. Er is alleen geen prognose. Het is allemaal zo onzeker. De bank wil weten op hoeveel kermissen ik ga staan en wat de omzet gaat worden. Dat weet ik nog niet. We hebben echt snel een stip aan de horizon nodig.”