Winnie wil genderneutrale prijzen en klaagt kappers aan om 'haardiscriminatie'

Kapperszaken maken zich volgens feministe Winnie Hänschen massaal schuldig aan 'ongelijke behandeling op grond van geslacht'. Daarom daagt ze vandaag twee kappers voor het College voor de Rechten van de Mens. Op dit moment betalen vrouwen bij veel kapperszaken meer dan mannen, ongeacht hun haarlengte. Dat is discriminerend, vindt Winnie. Ze diende een klacht in tegen de kapperszaken Cosmo Hairstyling en Tony & Guy. Uit een rondgang van de Volkskrant bleek vorig jaar dat driekwart van de kappers hogere prijzen rekent voor vrouwen dan voor mannen. De verschillen varieerden van een paar euro’s tot de helft meer voor een standaard-knipbeurt.

Veel kappers hebben al genderneutrale prijzen

Brancheorganisatie ANKO heeft het idee dat veel kappers inmiddels al 'genderneutrale' prijzen hanteren. "Maar we onderzoeken hoe groot dit probleem is", laat een woordvoerder weten. "We willen graag weten hoe kappers hun prijzen opbouwen." Daarbij kijkt ANKO specifiek naar het verschil in prijzen tussen mannen en vrouwen. "Maar iedereen die ik spreek kan de meerprijzen beargumenteren. Er wordt bijvoorbeeld langer geföhnd of meer conditioner gebruikt", aldus de woordvoerder. Bij Tanja's Haarmode in Amsterdam gaat het precies zo, laat eigenaresse Tanja Kroezen weten. "Ik baseer de prijs puur op de tijd dat ik bezig ben. Daarnaast zijn alle extra behandelingen, zoals drogen, gesplitst. Die kosten mannen en vrouwen evenveel geld."

'Vrouwen willen verwennerij'

Toch betalen vrouwen bij Tanja vaak meer dan mannen. "Er is geen vrouw die de salon verlaat zonder drogen, dus dat komt er weer bij. Heren gaan vaak weg met nat haar en een beetje gel in, dus dat is een prijsverschil. Vrouwen willen toch wat meer verwennerij, mannen willen vooral snel klaar zijn." Winnie hoopt dat haar zaak vandaag bij het College voor de Rechten van de Mens ertoe leidt dat alle kappers in ons land hun prijzen genderneutraal maken. Op 5 maart doet het College uitspraak. Dat oordeel is niet juridisch bindend, maar volgens het College heeft het meestal toch effect. In ongeveer 80 procent van de gevallen zou de verweerder actie ondernemen.