Extreme zomers kunnen ‘einde van boeren’ in Nederland betekenen

Met angst en beven kijken akkerbouwers uit naar de zomer. Het pootseizoen voor aardappels is net begonnen, maar als we weer zo’n extreme zomer krijgen als vorig jaar, wat dan? De boeren luiden de noodklok en willen hulp vanuit politiek Den Haag. Akkerbouwer Marcel Scholtens uit Luttelgeest is vorige week begonnen met aardappels poten. Maar door het steeds extremere weer vreest hij voor de toekomst van zijn bedrijf. “Als wij ons vak niet meer uit kunnen voeren, dan houdt het op. Dan hebben onze kinderen ook geen toekomst en houdt het voor het platteland ook op.”

Onderzoek naar veredeling

Door de klimaatverandering is het steeds vaker erg nat of juist extreem droog. "De bovenkant die droogt nu echt hard uit", vertelt Marien Verhage, akkerbouwer in Emmeloord. "Andere jaren hebben we vele buien die zich kort op elkaar volgen, dus die bodem moet of heel veel vocht kunnen leveren in een droge periode. Of ontzettend veel water in een korte periode kunnen opnemen." Onderzoek is nodig naar gewassen die de extremen wel aankunnen, zodat de oogst niet per definitie mislukt; de zogeheten veredeling. Zo moeten aardappels op uien geselecteerd worden die beter hun vocht kunnen pakken. "Dan hoeven wij minder te beregenen", gaat Scholtens verder, "want zoals vorig jaar was een extreem droge zomer en hebben we aardappels en uien wel zes, zeven keer water moeten geven en dan praat je toch over een kostenpost van meer dan duizend euro per hectare. Dat moet je extra doen om een gewas te kunnen telen." Landbouworganisatie LTO wil dan ook graag dat de overheid bijspringt; 60 miljoen euro over vier jaar verspreid. Anders kan het volgens de organisatie leiden tot een eind van veel boerenbedrijven in Nederland.

Ministerie van Landbouw

Volgende week publiceert het Ministerie van Landbouw met een nieuwe visie op het beschermen van kwetsbare gewassen, zodat deze ook minder chemische bestrijdingsmiddelen nodig hebben. Of de boeren hier ook financieel in zullen worden bijgestaan zal dan nog niet duidelijk worden, dat is pas later wanneer de begroting wordt vastgesteld. "Als je wil dat er betere gewassen en gewasbescherming komt, moet dat ook beschikbaar zijn," zegt Rudi Buis van het Ministerie. "Daar gaan we hard aan werken, maar we willen daarbij ook kijken hoe het proces van innovatie naar de boer beter kan verlopen."