Extra achterstand voor arme kinderen door minder bijles

Bijles zodat je kind zijn rekenniveau op kan krikken is niet voor iedereen betaalbaar. Basisschoolkinderen van rijke ouders krijgen meer huiswerkbegeleiding dan kinderen van arme ouders. Volgens experts is dit een slechte zaak, het vergroot de kansengelijkheid tussen arme en rijke kinderen.

Door cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek is die kloof goed te zien. In het Groningse Pekela haalt 30 procent van de basisschoolkinderen het minimale rekenniveau, terwijl dat in het veel rijkere Wassenaar dat zo'n 65 procent is. Andere gemeenten waar het rekenniveau hoog is zijn Oegstgeest, Gooise Meren en Bloemendaal, waar het gemiddelde inkomen ver boven het landelijke gemiddelde ligt.

'Geen geld voor'

Volgens Rafke Hagenaars van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (Laks) zouden de scholen bijles moeten aanbieden zonder dat het de ouders geld kost. Ze vertelt aan het Algemeen Dagblad: "Op die manier hoeft de portemonnee van je ouders niet uit te maken of je over extra onderwijs kunt beschikken."

Ouders die woensdagochtend op een schoolplein in Arnhem stonden zijn het met Hagenaars eens: "Iedereen die het nodig heeft hoort bijles te kunnen krijgen", laat een moeder weten aan Hart van Nederland. Verderop staat een vader die zich ook herkent in het probleem: "Ik heb er ook geen geld voor."

Gat in de markt

De reden van deze kloof is de commerciële kant van de bijlessen. De vraag ernaar is steeds groter geworden. Uit cijfers van het CBS blijkt dat huishoudens in vergelijking met vijf jaar geleden 152 miljoen euro extra uitgeven aan huiswerkbegeleiding. Dat is een gat in de markt voor de ondernemers. De prijzen voor een uurtje bijspijkeren kunnen oplopen tot honderden euro's.