#CrisisvanNL | Dorpshuizen in heel het land dreigen om te vallen door energiecrisis

Dorpshuizen zijn vaak een plek voor buurtgenoten om samen te komen. Bridgen, een borreltje drinken of een potje poolen; even de gezelligheid opzoeken en soms de sores van het dagelijks leven vergeten. Maar ook deze dorpshuizen zijn nu de dupe van de energiecrisis. "Het is niet vijf voor twaalf, maar vijf óver twaalf voor een heleboel van die huizen op dit moment", zegt Theo Andreae van stichting Dorpswoark.

De stichting van Andreae bekommert zich om de ondersteuning van de kleine Friese dorpen. Daar valt Dorpshuys 'T Bynt in Boornbergum ook onder. En daar zitten ze in de penarie. "Het gaat niet zoals we graag zouden willen. Eerst hebben we de hele corona-ellende gehad, met veel sluitingen en weinig omzet. En nu zitten we in de energiecrisis", vertelt beheerder Jan Rienstra.

Jan schrok van het bericht van zijn energieleverancier over volgend jaar. "Blijkt dat we nu in het nieuwe jaar per maand 1800 euro meer moeten gaan betalen. Dat houden we negen maanden vol en dan is het op. Dan moeten we de deur op slot doen. We nemen nu al maatregelen, door in kleinere zalen te gaan zitten. Die zijn makkelijker en dus goedkoper warm te stoken."

Sociale cohesie

Het sluiten van het dorpshuis zou voor het kleine dorp een behoorlijke aderlating zijn, vertelt Jan. "We zijn bij uitstek een ontmoetingsplek. We willen graag sociale cohesie stimuleren. Mensen met een smalle beurs moeten hier ook kunnen komen. Voor onze kaartclubs, biljartverenigingen en buurtverenigingen zou het een ramp zijn als dat straks niet meer kan."

In heel het land kampen buurthuizen met dezelfde problemen, zo vertelt Andreae. "Het is code rood. Ruim zeventig procent verwacht binnen een jaar niet meer aan de betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. Dat zou rampzalig zijn. De huizen hebben echt een belangrijke functie, waarin mensen activiteiten met elkaar kunnen ondernemen."

Geen bridge te ver

Een van die activiteiten die in veel buurthuizen gedaan wordt, is bridgen. En omdat dat een kaartspel is dat veelal door ouderen beoefend wordt, is het voor de gastheer van dienst praktisch onmogelijk om zijn gasten letterlijk in de kou te laten zitten. Daarom wordt de bridgespelers verzocht om ietsje meer te betalen.

"Dat hebben we er graag voor over", zegt bridgeclubvoorzitter Bernard van Dijk. "Ik zou in principe niet zonder het dorpshuis kunnen. Je kunt thuis best wat organiseren, maar dan heb je beperkt gezelschap. We doen dit al jarenlang en het is toch leuk."

Oplossing in Den Haag

De oplossing om de dorpshuizen gegarandeerd open te houden, lijkt in ieder geval in Den Haag te liggen. "Ik denk dat je als overheid moet gaan nadenken over wat de waarde is voor de gemeenschap, wat het toevoegt", stelt Andreae. "We hopen dat we geld los kunnen krijgen uit Den Haag. We gaan heel graag het gesprek aan met de overheid."