Bakkers willen officieel Europees keurmerk voor Limburgse vla(ai): 'Er is wildgroei ontstaan'

Een vruchtenvlaai wordt al snel verkocht als échte Limburgse vlaai, of 'vla', zoals ze het daar noemen. Dat moet maar eens afgelopen zijn, vindt de Sittardse bakker Marcel Roubroeks. "Wij vinden als ambachtelijke bakkers dat er een beetje wildgroei is ontstaan in alles wat aangeboden wordt als Limburgse vlaai", legt hij uit aan Hart van Nederland. "Daarom hebben we wat spelregeltjes opgesteld om er een Europees keurmerk van te maken."

Bakkers mogen hun vlaai heus wel vlaai noemen, maar géén Limburgse vlaai, tenzij de taart aan de 'spelregeltjes' voldoet. "Op de eerste plaats moet 'ie rond zijn", aldus Roubroeks. "En de verhouding tussen deeg en vulling moet een bepaald gewicht hebben." Zo moet een vlaai van dertig centimeter ongeveer 1350 gram wegen.

Slagroom? Dan is het 'gewoon vlaai met slagroom'

En een vlaai uit de vriezer is per definitie geen Limburgse. Worden er na het bakken nabewerkingen gedaan, zoals een lekkere toef slagroom? "Met slagroom is het geen Limburgse vlaai", vindt Roubroeks. "Dat is gewoon vlaai met slagroom, zo mag je dat noemen. Maar géén Limburgse vlaai met slagroom."

Tot 7 maart mogen bakkers of andere vlaai-fans bezwaar maken tegen de keurmerkaanvraag, daarna wordt het in Brussel ingediend. Als Brussel de aanvraag goedkeurt, krijgt de titel Limburgse vlaai dan eindelijk een heus keurmerk. Dat is heel belangrijk, vindt de ambachtelijke bakker, want "heel veel mensen denken dat de erkenning er al is, maar dat ís niet zo".