Vier jaar cel voor dodelijke straatrace in Vlissingen waardoor Inge (42) om het leven kwam

De 28-jarige Ahmed K. uit Rotterdam is donderdag veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf wegens het doodrijden de 42-jarige Inge Caljouw in haar rolstoelfiets in Vlissingen.

Volgens de rechtbank in Middelburg heeft hij op 10 juni 2020 deelgenomen aan een straatrace, waarbij hij met ruim 160 kilometer per uur heeft gereden op een weg waar maximaal 50 kilometer per uur is toegestaan. Hij kon daardoor de overstekende Inge in haar handbike niet meer ontwijken.

K. ontkende tijdens inhoudelijke behandeling van de zaak twee weken geleden overigens dat sprake was van een straatrace. Hij zei dat hij de andere bestuurder niet kende, maar dat hij spontaan de drang kreeg de auto te achtervolgen. Die andere bestuurder is nooit gevonden.

De rechtbank benadrukte dat meerdere getuigen hadden verklaard dat K. en de andere auto langere tijd met heel hoge snelheid vlak achter elkaar reden en daarbij ook een rotonde helemaal omreden.

Geen juridische opzet

Het Openbaar Ministerie had vier jaar cel wegens doodslag en rijden onder invloed van een strafbare hoeveelheid cannabis geëist. De rechtbank vond doodslag echter niet bewijsbaar. Omdat K. wel heeft geprobeerd te remmen toen hij het slachtoffer zag, was van het juridische verwijt 'opzet' geen sprake. Dit opzet moet bewezen worden verklaard om iemand voor doodslag te veroordelen.

K. verklaarde dat hij enkele uren voor het ongeval een joint had gerookt en een speekseltest wees dit ook uit. Omdat hij een bloedproef weigerde, is niet vast komen te staan in hoeverre hij onder invloed was. Om die reden veroordeelde de rechtbank hem ook niet voor het strafbare rijden onder invloed. Vanwege de ernst van het feit kwam de rechtbank toch tot dezelfde straf als door het OM geëist. De geëiste vijf jaar rijontzegging legde de rechtbank ook op.

Spijt voor zijn daad

K. gaf meermalen aan veel spijt te hebben. Hij wil zich maatschappelijk gaan inspannen voor een stichting die zich inzet voor de verkeersveiligheid. De rechtbank is van oordeel dat deze spijtbetuigingen oprecht zijn, maar neemt het K. wel kwalijk dat hij over met name de straatrace niet het achterste van zijn tong heeft laten zien.