Tien jaar cel en tbs voor moord op AH-medewerkster Den Haag

De rechtbank in Den Haag heeft donderdag de 57-jarige Jamel L. veroordeeld tot tien jaar cel en tbs met dwangverpleging voor het doodsteken van de 36-jarige Antoneta Gjokja, een medewerkster van het filiaal van Albert Heijn aan de Turfmarkt in Den Haag. De rechtbank acht moord bewezen.

De steekpartij vond plaats op 20 juni vorig jaar. L. was vroeg in de ochtend naar de winkel gekomen. Binnen vroeg hij een vakkenvuller waar de messen lagen. Vervolgens viel hij het slachtoffer aan en stak haar neer. De vrouw werkte op de broodafdeling. Zij overleed ter plaatse.

De opgelegde straf is gelijk aan de eis van het Openbaar Ministerie. In het proces tegen L. stonden twee vragen centraal: was er sprake van voorbedachte raad en dus moord? En is de verdachte geheel ontoerekeningsvatbaar of niet?

Wraak

L. had volgens de rechtbank het besluit genomen "wraak te nemen" op mensen van Albert Heijn, omdat hij er eerder gepakt was voor een winkeldiefstal. De man heeft over die wraakgevoelens verklaard en had het haar naar eigen zeggen voorzien op "een blanke Nederlander".

Toen hij het mes in handen had, liep hij een rondje door de winkel, haalde het uit de verpakking en voerde een "innerlijk gesprek" met zichzelf, waarin hij de vraag of hij ging toeslaan uiteindelijk met ja beantwoordde. Kort daarna viel hij het slachtoffer aan.

Al met al oordeelt de rechtbank dat L. tijd genoeg heeft gehad over zijn voorgenomen daad na te denken, wat een juridisch vereiste is voor de bewezenverklaring van moord. Gedragsdeskundigen hebben onder meer een psychotische stoornis vastgesteld bij L. Zij achten hem daardoor sterk verminderd toerekeningsvatbaar. De rechtbank heeft die conclusie overgenomen.

L. heeft zich eerder aan opgelegde gedragsbehandelingen onttrokken, in Nederland en Engeland. Op Curaçao kreeg hij tbs opgelegd, maar werd zo gevaarlijk geacht dat de psychiatrische kliniek aldaar hem niet meer wilde hebben. Daardoor werd de behandeling voortijdig gestaakt.

ANP