Rotterdam mag geen undercoverboa's inzetten om nafluiters aan te pakken

De gemeente Rotterdam mag geen undercoverboa's inzetten om mensen aan te spreken op ongewenst gedrag zoals sissen en nafluiten. Dit omdat het om niet strafbare feiten gaat. Dat schrijft wethouder Vincent Karremans (Handhaving) aan de raad in antwoord op de vraag uit te zoeken of deze inzet mogelijk is. Dit heeft het Openbaar Ministerie aan hem laten weten.

In 2019 kreeg Rotterdam via de rechter al te horen dat de stad geen undercoverboa's in mag zetten voor het sissen en nafluiten op straat. In de Algemene Plaatselijke Verordeningen (APV) stond dat hier op gehandhaafd mocht worden. Deze verordeningen mogen de grondwettelijke vrijheid van meningsuiting niet beperken. Zaken zoals sissen en nafluiten op straat vallen volgens het hof onder die vrijheid.

Wetswijziging

Volgens Rotterdam is undercoverobservatie door boa's in de nabijheid van slachtoffer en dader nodig om voldoende bewijzen te verzamelen van strafbare straatintimidatie. Om de pakkans te vergroten, werden in 2018 en 2019 door de stad undercoverboa's ingezet.

Voormalig minister van Justitie en Veiligheid, Ferd Grapperhaus presenteerde vorig jaar een wetswijziging waarmee in het Wetboek van Strafrecht een nieuw artikel wordt opgenomen. Seksuele intimidatie in het openbaar wordt strafbaar als overtreding, zowel op straat als op internet en via sociale media kanalen.

Grote overeenkomsten met Rotterdamse APV-artikel

De wetswijziging vertoont grote overeenkomsten met het oorspronkelijke Rotterdamse APV-artikel over straatintimidatie, hoewel het nog niet duidelijk is of dan wel undercoverboa's ingezet mogen worden. Karremans wil dat Rotterdam koplopergemeente is in de voorbereiding op de komst van dit nieuwe wetsartikel, vermoedelijk in de loop van 2023. "Daarom beginnen we al in 2022 met de voorbereiding van de handhaving van dit nieuwe artikel," aldus de wethouder.

Bovenstaande reportage is eerder uitgezonden door Hart van Nederland.

ANP