'Qbuzz en provincie hadden tramaanslag Utrecht niet kunnen voorkomen'

Vervoersmaatschappij Qbuzz en de Provincie Utrecht zijn niet verantwoordelijk voor het geestelijk letsel van nabestaanden van de tramaanslag in Utrecht. Ook konden ze de aanslag niet voorkomen. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland woensdag bepaald.

Het schietincident in de tram gebeurde op 18 maart 2019, op het 24 Oktoberplein in Utrecht. Ondanks dat enkele passagiers via een deur kunnen ontsnappen, gaat een andere deur niet open. Rinke Terpstra breekt een ruit om te vluchten, maar wordt geraakt en overlijdt. Vier mensen komen uiteindelijk om door de aanslag, en de schutter wordt in 2020 veroordeeld tot levenslang.

Onder de slachtoffers zat ook de dochter van René:

1:31

René verloor zijn dochter bij de tramaanslag in Utrecht

De nabestaanden van Rinke vinden dat vervoerder Qbuzz en de provincie Utrecht fouten hebben gemaakt. Ze stellen Qbuzz en de provincie Utrecht onder andere aansprakelijk voor de gesloten deur en een defecte monitor.

Gesloten deur

In noodsituaties kunnen passagiers zelf de deuren openen van een tram door op knoppen te drukken. Uit onderzoek blijkt dat de gesloten deur ook op die manier geopend had kunnen worden, maar op dat moment hebben de passagiers niet op de knoppen gedrukt. Ze kozen ervoor om via het gebroken raam te vluchten.

De nabestaanden van Rinke vinden ook dat een kapotte monitor bij de trambestuurster de aanslag had kunnen voorkomen, maar de rechtbank denkt daar anders over. Op die monitor zijn enkel beelden te zien van het in- en uitstappen van passagiers. Een werkende monitor had de aanslag niet kunnen voorkomen.

De rechtbank begrijpt het verdriet van de nabestaanden, maar concludeert dat deze procedure geen voldoening kan bieden.