112
12 nov 2018, 09:47
De politie gaat op het perceel in het Drentse Koekange graven op twee plekken, van elk ongeveer 5 bij 5 meter, achter op het terrein, tot ongeveer 3 meter diep. Dat zegt Hugo van Klaveren, hoofd dienst regionale recherche Noord-Nederland, die ter plekke is. Het graven is om 09.00 uur begonnen. Lees ook: Niets gevonden op eerste graafplek in zoektocht naar Willeke Dost "We willen dit graag oplossen. We gaan ook graven omdat we willen voorkomen dat het verhaal gaat dat we aanwijzingen in deze zaak hebben laten liggen." Van Klaveren denkt het graafwerk nog maandag af te kunnen ronden. "Ook als we niets vinden is deze zaak voor ons niet klaar." Lees ook: Tijdlijn: de vermissing van Willeke Dost uit Koekange https://twitter.com/WouterHVNL/status/1061899471716519936 Mensen van het Cold Case Team en de Forensische Opsporing van de politie zijn aanwezig. Het Openbaar Ministerie in Noord-Nederland heeft de regie. Lees ook: Voorbereidingen graafactie naar vermiste Willeke Dost begonnen Ook de politie Drenthe stelt in een tweet te begrijpen dat de verdwijning van de 15-jarige Willeke uit Koekange veel mensen raakt. "We willen voor de nabestaanden en de omgeving duidelijkheid over wat haar is overkomen." Het meisje verdween in 1992.
Jan Huzen is een van de twee mensen die zelf wilden gaan graven, totdat de politie alsnog besloot dat zelf te doen. Ook hij staat maandag bij de boerderij in Koekange. Huzen, die eerder betrokken was bij een particuliere zoekactie, is ervan overtuigd dat de politie het lichaam van het meisje gaat vinden. "Zoekhonden sloegen er aan en duidelijk te zien is dat er ooit is gegraven. De grond is daar ook vijf centimeter lager." ANP
Deel dit artikel
Ja, ik wil graag wekelijks de nieuwsbrief van Hart van Nederland ontvangen met daarin het laatste nieuws en aanbiedingen die wijzelf of in samenwerking met onze partners organiseren.
Meld je aan om wekelijks onze nieuwsbrief te ontvangen. Je kan je altijd uitschrijven. Persoonsgegevens worden verwerkt in overeenstemming met de Privacyverklaring van Talpa Network.