OM eist tbs tegen aanslagpleger Joods restaurant HaCarmel in Amsterdam

Tegen de 32-jarige Saleh A., verdacht van brandstichting en vernieling bij het Joodse restaurant HaCarmel in Amsterdam, heeft het OM tbs met dwangverpleging geëist en een gevangenisstraf gelijk aan zijn voorarrest: 418 dagen. De officier van justitie verdenkt A. ervan dat hij op 8 mei 2020 met een terroristisch oogmerk in het restaurant een Israëlische vlag in brand heeft gezet en ruiten heeft ingeslagen. In 2017 is hij voor soortgelijke feiten veroordeeld.

De geradicaliseerde A. is volgens de gedragsdeskundigen sterk verminderd toerekeningsvatbaar, gezien zijn psychiatrische problemen. De officier noemde A. woensdag "een gevaarlijke verdachte met geradicaliseerde ideeën, maar ook iemand met een bijzonder kwetsbaar bestaan en iemand met een ingewikkelde psychische problematiek." A. wordt ook verdacht van aanranding in een volle tram, waarbij hij een vrouw over haar billen zou hebben gestreeld.

Deskundigen noemen het herhalingsrisico voor een nieuwe gewelddadige actie hoog, omdat de man medicatie weigert en niet te corrigeren valt. Hij moet volgens de psychiater en psycholoog van het Pieter Baan Centrum worden behandeld voor zijn trauma’s en radicalisering.

'Puur en alleen op ons gemunt'

A. heeft de eigenaren van het koosjere restaurant grote angst aangejaagd. "Hij had het puur en alleen op ons gemunt, omdat we een restaurant hebben met een Joods-Israëlisch karakter", aldus de ondernemers in een gezamenlijke slachtofferverklaring.

"Onze zaak is de vernieling ingewerkt door een terrorist, letterlijk en figuurlijk. Onze zaak is al 3,5 jaar niets meer waard en staat symbool voor gevaar en het conflict in Israël. Als gasten al bellen om te reserveren, vragen ze niet naar het menu maar om een plekje achterin de zaak en ook of we kogelwerende ramen hebben."

De restauranteigenaren zijn bang dat A. opnieuw toeslaat als hij weer vrijkomt. "We zijn ervan overtuigd dat er dan gewonden zullen vallen, God verhoede. Want dat is het doel van de verdachte, die als martelaar wil sterven voor de Palestijnse zaak en Israël vernietigd wil zien."

Eerdere veroordeling

De Palestijns-Syrische vluchteling werd in juli 2018 veroordeeld tot tien weken gevangenisstraf, waarvan vier voorwaardelijk. A. kreeg ook een locatieverbod. Hij werd vorig jaar opgepakt bij het restaurant met camouflagekleding aan en een ijzeren pijp in zijn hand. Hij verklaarde tegenover de politie dat hij de Israëlische vlag in brand probeerde te steken. In de rechtbank verklaarde hij: "We haten de Israëlische vlag. Ik ben tegen het beleid van Israël."

Tijdens zijn voorarrest waren er incidenten, zo maakte hij schietbewegingen en dreigde hij onder meer een gevangenisbewaker met een joodse achternaam aan te vallen. Ook poogde hij te ontsnappen door een toegangspasje af te pakken.

A's advocaat vroeg om vrijspraak voor het terroristische oogmerk. Volgens hem was A. verward: een zwaar getraumatiseerde man, die handelde uit wanhoop. Ook voor de brandstichting vroeg de raadsman vrijspraak, omdat die niet voltooid werd.

De rechtbank in Amsterdam doet 14 juli uitspraak.

ANP