OM eist cel- en werkstraf tegen schipper voor fataal mastongeluk Harlingen

De eigenaar van het charterschip waarvan de mast op 21 augustus 2016 bij Harlingen afbrak waardoor drie Duitse opvarenden omkwamen, moet een voorwaardelijke celstraf van drie maanden en een werkstraf van tweehonderd uur krijgen. Volgens het Openbaar Ministerie was er sprake van ernstige nalatigheid. Vrijdag verscheen de 54-jarige schipper voor de rechtbank in Leeuwarden. Uit onderzoek blijkt dat het ongeval is veroorzaakt door houtrot aan de voorste mast van de tweemaster klipper Amicitia (1889). Daardoor kwam het afgebroken gedeelte met tuigage op de drie passagiers terecht. De schipper is als ondernemer verantwoordelijk voor het onderhoud van het schip en wordt door het OM als nalatig gezien.

Een les

De achterban van schippers en experts op gebied van zeilen zijn verdeeld over deze rechtszaak. "Sommigen vinden het de schuld van de schipper, maar sommigen denken: dit had mij ook kunnen overkomen", zegt Paul van Ommen, de voorzitter van de vereniging van beroepscharteraars. "Uiteindelijk gaat de rechter hier natuurlijk over, wat wij willen is hier een les uit trekken".

Honderd jaar oud

De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) heeft na aanleiding van het ongeluk een dwingend advies gegeven aan de sector om de veiligheid aan boord te verbeteren. "Met schippers en experts hebben we gekeken naar zwakke plekken. Je moet niet vergeten, deze schepen zijn vaak honderd jaar of ouder. De schippers zijn uiteraard geschoold, maar veel kennis wordt ook mondeling doorgeven. Dat zijn we nu aan het normaliseren en hebben we inmiddels op schrift uitgedeeld aan alle schippers in onze vereniging".

Lees ook: ‘Mast schip Harlingen was verrot’

De 54-jarige schipper verklaarde dat er destijds binnen de branche van oude zeilschepen nog geen richtlijnen voor onderhoudsplannen waren. Onderhoud liet hij wel regelmatig verrichten. Volgens de schipper vond de rot van binnenuit plaats en was die niet door hemzelf geconstateerd of gemeld door reparateurs.