Nabestaanden moeten soms zelf bebloede woning schoonmaken, minister wil verandering

Alsof het al niet erg genoeg is als een geliefde om het leven wordt gebracht, moeten nabestaanden in sommige gevallen ook nog eens zelf de bebloede woning opruimen. "Dat gun je niemand", zegt Mariët Bosch, die het zelf heeft meegemaakt toen haar dochter werd gedood. Minister Franc Weerwind van Rechtsbescherming zegde woensdag tijdens een debat toe dat hij gaat werken aan een oplossing voor dit schrijnende probleem.

Op dit moment is er niet eenzelfde werkwijze voor het schoonmaken van een vervuilde woning nadat iemand is overleden. Een woordvoerder van Slachtofferhulp Nederland legt aan Hart van Nederland uit dat het jaarlijks ongeveer vijftig keer gebeurd dat een woning vervuild is nadat iemand om het leven is gekomen. "Het schoonmaken daarna gaat in veel gevallen goed, maar soms ook niet. En dan is iedere keer er één te veel."

Op het moment dat iemand is gedood, kan onder meer de politie zorg dragen voor de schoonmaak, maar ook bijvoorbeeld een speciaal reinigingsbedrijf dat gespecialiseerd is in dit soort klussen. De politie is daar alleen niet officieel verantwoordelijk voor en ook de nabestaanden weten niet altijd af van speciale reinigingsbedrijven.

'Een groot bloedbad'

Doordat er niet één werkwijze is voor de schoonmaak, komt het wel eens voor dat nabestaanden een bebloede woning aantreffen die ze zelf moeten schoonmaken. "Een traumatische gebeurtenis", aldus de woordvoerder van Slachtofferhulp Nederland. Mariët Bosch kan daar over meepraten. Haar dochter Shelley werd in 2020 met tientallen messteken gedood door haar vriend in haar appartement, en de woning mocht ze zelf schoonmaken.

"We hoorden dat ze was vermoord in de kast in de keuken. Toen we die kast opentrokken, zagen we een groot bloedbad. Er zat een handafdruk van bloed op de muur van boven naar beneden. Dan ga je verder kijken, en dan zie je overal bloedsporen", vertelt ze verdrietig aan Hart van Nederland. De sporen zaten onder andere op een tas, op een fles, op de tv, op de muren, op de vloerbedekking, en in de koelkast. "Overal waar je maar kon kijken lag bloed."

Nog steeds bloedsporen

De politie had Mariët verteld dat de woning schoon was, "maar ze hadden het maar oppervlakkig gecheckt", zegt ze. Uiteindelijk heeft ze het met haar vriend en kennissen zelf schoon moeten maken. "Je gaat met je emmertje aan de slag, maar je wilt dat niet. Wij zouden hier niet mee geconfronteerd moeten worden, we hebben het al zwaar genoeg."

Elke dag wordt ze nog met de beelden die ze toen aantrof geconfronteerd. Drie weken geleden nog vond ze bloedsporen op de sieraden van Shelley. "Iedere keer als ik in mijn keuken kom, zie ik op mijn netvlies wat er gebeurd is. Het laat me nooit los." Mariët hoopt dat de minister gaat beslissen dat er een speciaal team wordt opgezet die verantwoordelijk is voor de schoonmaak.

'Voor einde 2022 geregeld'

Tijdens een debat woensdag in de Tweede Kamer werd over dit onderwerp gesproken. Verantwoordelijk minister Franc Weerwind vindt de situatie "schrijnend" en wil dat het "voor het einde van 2022 landelijk goed georganiseerd" wordt, zegt hij tegen Hart van Nederland. Ook zegt hij toe dat hij zorg gaat dragen voor de financiële middelen, omdat de nabestaanden nu vaak zelf voor de schoonmaakkosten moeten opdraven.

Op de vraag waarom dit niet eerder is geregeld, heeft de minister geen antwoord. Ook nu gaat het nog een tijd duren voordat er één werkwijze is georganiseerd. "Je moet een landelijk dekkend netwerk hebben en verschillende elementen meewegen", legt hij uit. "Maar ik wil dat geregeld hebben."