"Ik wilde mensen helpen. Dat krijg je in je genen mee. We houden van kinderen. Mijn zus en ik hebben bewust voor een onderwijsbaan gekozen. Ik wilde dus gewoon helpen, dat moet toch kunnen?" Zuster Gertrudis Kuijpers laat er geen twijfel over bestaan. Uit motivatie om iets voor haar medemens te betekenen, bestierde deze Nederlandse non in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw een kindertehuis in Zuid-Amerika.In het weinig rooskleurige en straatarme Chili van de jaren 70 – destijds onder bewind van dictator Pinochet – lijkt adoptie dé methode om veel kinderen een veilig thuis te bieden. "Moeder hoertje, vader misdadiger", verduidelijkt Gertrudis Kuijpers de vaak troosteloze situaties. De zusters vingen de kinderen op en probeerden hen op een ander adres onder te brengen. En zo werd Gertrudis langzamerhand een begrip in Santiago én in Nederland.KritiekDat kwam mede doordat ze in 1976 haar eigen tehuis begon, genaamd Las Palmas. Een soort blijf-van-mijn-lijf-huis waar moeders met hun kinderen konden wonen en werken. Kinderen werden opgenomen, gingen naar school en kregen verzorging en medicatie. Maar langzamerhand komt daar ook de kritiek. Is het wel allemaal naastenliefde in Las Palmas? Was het Chileense kindertehuis een baken van hoop of een doorvoerhaven voor kinderen?Dat hoor je in de eerste spannende aflevering van de Hart van Nederland-podcast 'De Adoptienon':De Adoptienon is een podcast van de Hart van Nederland-journalisten Michael Monkau en Tanja Kok.